3.2 Welvaart, Crisis en Dreiging (deel 2)

3.2 Welvaart, crisis en dreiging
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Welvaart, crisis en dreiging

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdrag van Versailles
Duitsland mag geen groot leger meer hebben. 
Duitsland moet een enorme schadevergoeding betalen.
Duitsland raakt haar kolonies kwijt. 
Duitsland wordt kleiner, hieruit is Polen ontstaan. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hitlers grote voorbeeld
In 1922 greep Benito Mussolini met geweld de macht in Italië. Hij was een dictator (= iemand met alle macht). Volgens hem kon één sterke leider, Italië een groot en machtig land maken (= facisme). 

Hitler wilde dit ook!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les:
  • Weet je hoe Italië een dictatuur werd
  • Kun je uitleggen hoe het ging met de economie in de jaren 1930
  • Kun je beschrijven hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Wereldcrisis
In 1929 Amerika ontstaat er een crisis omdat veel mensen minder geld leenden en niet meer terug kunnen betalen.

Gevolgen:
  • Bedrijven gingen minder produceren
  • Personeel werd ontslagen 

De crisis is ook voelbaar in Europa...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen wereldcrisis:

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet een kenmerk van het Fascisme?
A
Het is niet democratisch
B
Iedereen is gelijk
C
Verheerlijken geweld
D
Het is nationalistisch

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen wereldcrisis:

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dictatuur in Duitsland
In Duitsland was er ook crisis. Hitler werd erg populair.

Nationaalsocialisme (Nazi's)
  • Een sterk Duitsland maken
  • Einde van de straf uit WOI
  • Een gezond 'Arisch' ras
  • Maatregelen tegen de joden

In 1933 grijpt Hitler de macht:
het land werd een totalitaire dictatuur.
'Führer' (leider) was de titel die Hitler aannam. Hij werd dictator van Duitsland.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationaalsocialisme en de economie
Kenmerken van nationaalsocialisme
  • gewelddadig
  • tegen de democratie
  • nationalistisch
  • racistisch, vooral tegen de Joden

Hitler laat de Duitse economie weer opknappen:
  • Snelwegen
  • Bruggen
  • Leger
Hitler leende grote bedragen geld van banken.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adolf Hitler
Geboren in Oostenrijk-Hongarije
  • Gewelddadige vader
  • Mislukte kunstenaar

Invloed van de Eerste Wereldoorlog:
  • Duitsland is ''verraden''
  • Mein Kampf

Hitlers Duitsland:
  • Arisch en Jodenvrij
  • Groot en machtig
De Swastika (hakenkruis) werd gezien als een symbool wat door de vroegere Ariërs werd gebruikt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het grote verschil tussen het nationaalsocialisme van Hitler en het fascisme van Mussolini?
A
Het nationaalsocialisme was gewelddadig, het fascisme niet
B
Het nationaalsocialisme was nationalistisch, het fascisme niet.
C
Het nationaalsocialisme was niet democratisch, het fascisme wel
D
Het nationaalsocialisme was racistisch, het fascisme niet

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk!

Maak van paragraaf 3.2 opdracht 5 t/m 8 blz. 101 t/m 103

Klaar? -> herhaling op blz. 104 maken

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken opdracht 5 t/m 8 op blz. 101 t/m 103

Blz. 98-99
3.2 Welvaart, crisis en dreiging

Slide 24 - Tekstslide

Openingsfoto
  • Waarom denk je dat Adolf Hitler aan de macht is gekomen?
Hoe verliep de periode na WOI?
Met het Verdrag van Versailles werd de vrede getekend. Wat betekende de schuld van WOI voor Duitsland?

  • hoge schadevergoedingen betalen
  • een klein leger was nog toegestaan
  • grondgebied afstaan

Wat waren de gevolgen?
  • veel Duitsers voelden zich vernederd
  • het ging slecht met de Duitse economie

Vooral in de VS bloeide de economie:
  • de consumptie steeg
  • niemand maakte zich zorgen of krediet terugbetaald kon
      worden

Blz. 98

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werd Italië een totalitaire dictatuur?
In Italië was ontevredenheid over de parlementaire democratie. Waarom?
  • Volgens veel Italianen werd er veel overlegd, maar weinig gedaan.

In 1924 werd Mussolini regerings-leider.
Welke ideologie had hij?
  • er was geen plaats voor democratie
  • Italië werd een staat met één sterke leider:
      een dictatuur


Blz. 100

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werd Italië een totalitaire dictatuur?
Wat zijn de kenmerken van het fascisme van Mussolini?
  • niemand mocht een afwijkende mening
      hebben
  • Italië werd een totalitaire samenleving
      waarin de overheid alles bepaalde geweld
      werd verheerlijkt
  • nationalisme was erg belangrijk dromen
      van een groot Italiaans rijk

Blz. 100

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging het met de economie in de jaren '30?
In 1929 namen veel mensen in de VS ineens minder krediet en kochten minder. Wat waren de gevolgen?
  • bedrijven gingen minder produceren >
  • personeel werd ontslagen >
  • mensen kregen minder geld om luxe producten te kopen >
  • productie liep daardoor verder terug >
  • nog meer fabrieken moesten personeel ontslaan >
  • er ontstond een crisis >
  • de crisis sloeg over naar Europa >
  • veel werkloosheid >
  • overheid gaf uitkeringen en werk voor laag loon

Blz. 101

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging het met de economie in de jaren '30?
Waardoor werd de ideologie van Hitler, het nationaalsocialisme, erg populair?
  • er was veel onvrede door de economische
      wereldcrisis
  • veel boosheid over het Verdrag van
      Versailles
  • de schadevergoedingen kostten veel geld

Hoe werden de aanhangers van het nationaalsocialisme genoemd?

  • nazi’s

Blz. 102

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging het met de economie in de jaren '30?
Wat waren de kenmerken van het nationaalsocialisme?
  • gewelddadig
  • tegen de democratie
  • nationalistisch
  • racistisch, vooral tegen de Joden

Vanaf 1933 was Duitsland een totalitaire dictatuur.

Hitler zorgde voor werk door wegen en spoorwegen te laten aanleggen. Welke bedoeling had hij hiermee?
  • De wegen en spoorwegen waren nodig om zijn leger snel te kunnen verplaatsen als dat nodig was.


Blz. 102

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik blz. 90.
Wat betekent nationalisme?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik blz. 98.
Welke drie dingen werden afgesproken in het verdrag van Versailles?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik blz. 98 en de afbeelding hiernaast. Beschrijf hoe het ging met de economie in de jaren 20.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik blz. 100.
Noem drie kenmerken van het fascisme onder Mussolini.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werktijd
 4. Begrippen leren op blz. 122
 1. Lees de leerstof op blz. 101-102
timer
10:00
 2. Maak opdracht 1 t/m 4 op blz. 104
 3. Nakijken + verbeteren
Klaar

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies