Levensmiddelenchemie II - Koolhydraten

Koolhydraten
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensmiddelenchemieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Koolhydraten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt glucose geproduceerd/verkregen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaan disachariden?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bruinkleuringsreacties
Geef bij elk van de aankomende voorbeelden aan welke reactie het meest waarschijnlijk heeft gezorgd voor een bruine kleur


Kies uit:
- Karamellisatie reactie
- Enzymatische bruinkleuring
- Maillard reactie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een appel met bruine stukken
A
Karamellisatie reactie
B
Enzymatische bruinkleuring
C
Maillard reactie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het grillen van een biefstuk:
A
Karamellisatie reactie
B
Enzymatische bruinkleuring
C
Maillard reactie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De volgende reactie verloopt op de volgende manier:
Polyphenoloxidase reageert onder invloed van zuurstof. Er ontstaan bruine pigmenten.

Hoe noem je deze reactie?
A
Enzymatische bruinkleuring
B
Maillard reactie
C
Karamellisatie reactie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De volgende reactie verloopt via twee stappen:
1. Water wordt onttrokken uit suikers
2. Een reducerend suiker reageert onder invloed van hitte en er ontstaan bruine pigmenten en aroma's.
Hoe noem je deze reactie?
A
Enzymatische bruinkleuring
B
Maillard reactie
C
Karamellisatie reactie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gebakken appel
A
Karamellisatie reactie
B
Enzymatische bruinkleuring
C
Maillard reactie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bruin kleuren van brood
A
Karamellisatie reactie
B
Enzymatische bruinkleuring
C
Maillard reactie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De volgende reactie verloopt op de volgende manier:
Onder invloed van hitte reageren reducerende suikers en aminozuren met elkaar. Er ontstaan hierbij bruine pigmenten en aroma's.
Hoe noem je deze reactie?
A
Enzymatische bruinkleuring
B
Maillard reactie
C
Karamellisatie reactie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zetmeel

Slide 15 - Tekstslide

 amylose (hoofdketen)(lineairmolecuul)
 amylopektine (hoofdketen met zij-takken)

Wat is het verschil tussen een natief zetmeel en gemodificeerd zetmeel?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gemodificeerde zetmelen
Doel:

  • Technologisch: Weinig grondstoffen dezelfde eindproduct houden.
  • Fysisch: Koud oplosbaar, kneden
  • Enzymatisch: Microbiologische (grip op de enzymen)
  • Chemisch: Structuur verandering

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke fysische eigenschappen hebben mono- en disachariden?

Slide 18 - Open vraag

zeer goed oplosbaar in water, kristallisatie, viscositeit, osmotische druk, wateractiviteit, hygroscopiciteit,
zoetsmaak, zoetkracht en zoet-zuur ratio

Hygroscopiciteit = waterdamp aantrekkend
Zoek uit!
  1. Wat is pectine? Maak hierbij onderscheid tussen LMP en HMP
  2. Wat is een gel?
  3. Wat zijn gommen?
  4. Wat zijn dextrinen?

Geef aan met welk doel deze stoffen worden gebruikt

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Zetmeelketens en celluloseketens verschillen van elkaar in de manier waarop de glucosemoleculen aan elkaar gekoppeld zijn. Daardoor is cellulose een vezelige stof, die heel geschikt is als bouwstof voor celwanden. Zetmeel heeft een veel lossere structuur en wordt door planten gebruikt als voorraadstof voor glucose. Zetmeel is dus een belangrijke energierijke voedingsstof.
Pectine
  • Wateroplosbare polysachariden
  • Bestaat uit galacturonzuur, waarin sommige carboyxlgroepen zijn veresterd met methanol

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pectine
  • Gewonnen uit de schil van citrusvruchten en appelpulp
  • HMP: Door korte hydrolysetijden
  • LMP: Door lange hydrolysetijden, behandeling van HMP met een zuur of base (verzeping)

Versesteringsgraad (DE): De verhouding van veresterde zuurgroepen tot totale galacturonzuurgroepen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pectine
  • HMP: DE > 50, meestal >69
  • LMP: DE < 50

DE bepaalt het gedrag van pectine in voeding, omdat het de oplosbaarheid en geleringseigenschappen beïnvloedt.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pectine
HMP: Vormt gels met suiker en zuur, bijv. jam, conserveermiddelen, fruit gelei
  • pH: 2,8-3,2
  • 65-70% suiker

LMP: Vormt gels bij aanwezigheid van tweewaardige kationen zoals bijvoorbeeld Ca2+

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gel
  • Sponsachtig netwerk van polymeren die water en opgeloste stoffen bijeen kunnen houden
  • Zwakke bindingen
  • Vaste stof=oplosmiddel
  • Vloeistof=opgeloste stof
  • Bijvoorbeeld: Gelatine

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gommen
Gommen zijn koolhydraatpolymeren

Groep 1 bollen en knollen (reserve voedsel van planten)
Groep 2 intercellulaire structuurcomponenten (agar-agar & pectine)
Groep 3 boomharsen (Arabische gom (snoep kauwgom))
Groep 4 synthetische gommen (nagemaakte) voorbeeld: behangplaksel
Groep 5 enzymatische gommen (xanthaan gom en dextraan

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dextrinen
Lange zetmeel moleculen die kapot zijn geknipt. Daardoor kan het lichaam snel opnemen en verwerken
  • Hydrolyse van zetmeel

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies