In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Les 4
Zoekend lezen en intensief lezen
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het einde van deze les weet je:
wat zoekend lezen is en wanneer je gebruik maakt van zoekend lezen;
wat intensief lezen is en wanneer je gebruikt maakt van intensief lezen.
Slide 2 - Tekstslide
Zoekend lezen
Bij zoekend lezen:
wil je snel iets opzoeken in een tekst (bijvoorbeeld aanvangstijd van een wedstrijd);
lees je niet de hele tekst, maar kijk je naar tussenkopjes
Slide 3 - Tekstslide
Zoekend lezen voorbeeld
Je hebt een folder van het Nibud met informatie over studiefinanciering. Je hoopt in de folder een antwoord te vinden op de vraag wat je mag bijverdienen als je studiefinanciering ontvangt.
Slide 4 - Tekstslide
Zoekend lezen voorbeeld
Slide 5 - Tekstslide
Zoekend lezen voorbeeld
Slide 6 - Tekstslide
Oefening zoekend lezen
Zoek zo snel mogelijk een antwoord op de vragen. Gebruik het artikel en je mag internet gebruiken.
Onlangs verscheen het bericht dat volgens de WHO voor het eerst meer mensen te zwaar dan te licht zijn.
a. Hoeveel mensen wereldwijd zijn volgens het bericht te zwaar?
b. In welk Europees land wonen de dikste Europeanen?
c. Wat is de WHO?
d. Wat wordt bedoeld met ondervoed zijn?
Slide 7 - Tekstslide
Intensief lezen
Bij intensief lezen:
lees je de tekst nauwkeurig;
probeer je de tekst op woordenschat te begrijpen;
bepaal je of de inhoud betrouwbaar is.
Slide 8 - Tekstslide
Werkvorm
Lees de kluis open.
Per persoon krijg je een tekst en lees je deze intensief
Als iedereen de tekst gelezen heeft krijg je een opdrachtenblad
Geef antwoord op de 3 vragen die bij de tekst horen
Achter elk antwoord staat een cijfer. Noteer dat cijfer onderaan je blad
Als je alle 3 vragen hebt beantwoord loop je naar de 'kluis' met jouw antwoordenblad en voer je de 3 cijfers (in de volgorde zoals op jouw antwoordenblad) in op het cijferslot
Gaat het slot open? Dan ben jij de winnaar van wat er in de 'kluis' zit.
Slide 9 - Tekstslide
1. Wat is het tekstdoel van dit artikel?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Instrueren
Slide 10 - Quizvraag
2. Onder het kopje ‘de verleiding van afleiding’ staat het signaalwoord ‘echter’. Welk signaal geeft dit signaalwoord af? Let op: er komt een.....
A
oorzaak en een gevolg
B
opsomming
C
tegenstelling
D
extra argument/punt
Slide 11 - Quizvraag
3. Wat is het verband tussen de introductie en de conclusie van het artikel?