Ik weet de deadlines voor het spreek- en leesdossier.
Ik weet de belangrijkste spellingregels uit H5 en 6 taalverzorging.
Planning
9:25 - 9:35 deadline spreek- en leesdossier.
9:35 - 9:50 Spellingregels H5
9:50 - 10:05 Zelfstandig werken
10:05 - 10:25 Spellingregels H5 deel 2 + H6
10:25 - 10:45 Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk nakijken ...
H5 woordenschat opdracht 1 en 3
H6 woordenschat opdracht 2 en 3
Antwoorden in Classroom
Slide 3 - Tekstslide
Leesdossier
14 juni inleveren in Classrooom
Boek 1 t/m 3
Telt 1x mee
Neem je mee naar je examenjaar!
Slide 4 - Tekstslide
Spreekdossier
14 juni filmpje inleveren
Bekijk beoordelingsformulier voordat je gaat opnemen / inleveren
Telt 1x mee.
Slide 5 - Tekstslide
Verkleinwoorden
-tje (stekker - stekkertje)
-pje (raam - raampje)
-kje: let op woorden zoals ketting -> kettinkje. ngk kan nooit!
-je (knop - knopje)
-etje (ding - dingetje)
Let op woorden met korte of lange klank op verdubbeling van de klinker.
Blad - blaadje (korte klank wordt lange klank)
pyjama - pyjamaatje (lange klank)
Slide 6 - Tekstslide
Afkortingen
Afkorting van namen met hoofdletters en zonder punt: BMW / VVD / EO / VN
Woorden die je volledig uitspreekt afkorten met punten en kleine letters: alstublieft -> a.u.b. / bijvoorbeeld -> bijv. / met andere woorden -> m.a.w.
Woorden die je niet volledig uitspreek zonder punten in kleine letters: sms / vmbo / pc
Slide 7 - Tekstslide
Oefenen met verkleinwoorden + afkortingen
Maak van H5 Taalverzorging spelling deel 1 (verkleinwoorden en afkortingen) opdracht 3 en 4.
Pag. 134 - 135
Fluisterend overleggen toegestaan
Geen telefoon
timer
1:00
Slide 8 - Tekstslide
Samenstellingen
Twee of meer woorden die je aan elkaar plakt.
Woorden los of als samenstelling maakt verschil in betekenis.
Slide 9 - Tekstslide
Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?
Slide 10 - Tekstslide
Tussenletter -en /-e in samenstellingen
In sommige gevallen heb je een tussenletter nodig.
Hond + hok = hondenhok (hond alleen mv. op -en)
Peer + sap = perensap (peer alleen mv. op -en)
Stage + plaats = stageplaats (stages alleen meervoud op -s)
Rood + kool = rodekool (rode is een bijvoeglijk naamwoord)
Regel: -en krijg je alleen als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met meervoud op -en, anders wordt het een -e.
Dus groentesoep (want mv. is groenten / groentes).
Slide 11 - Tekstslide
Tussenletter -s in samenstellingen
De tussen -s schrijf je als je hem hoort.
Dorp + plein = dorpsplein
Station + weg = stationsweg
Hoor je hem in de ene samenstelling, dan komt hij in andere samenstellingen ook terug.
Stationsstraat, stationsplein, stationshal etc.
Slide 12 - Tekstslide
Koppelteken en trema
Klinkerbotsing: twee klinkers die naast elkaar voor een andere uitspraak kunnen zorgen. Voor de goede uitspraak gebruik je een koppelteken (-) of trema (ë / ï ).
Klinkerbotsing bij samenstellingen: gebruik een koppelteken (-) Familieuitje - Familie-uitje
Klinkerbotsing bij woorden die geen samenstelling zijn: gebruik een trema (ë). Beeindigen - beëindigen / geexperimenteerd - geëxperimenteerd.