Thema 1 les 2

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma op maandag:

Week 2     27 november       Oriëntatie op het thema              

Week 3     4 december         H 1 Planmatig werken 

                                                       H 2 Formeel en informeel werkoverleg

Week 4     11 december        H 3 Werkplan

                                                       H 4 Reflecteren en evaluaren

Week 5     18 december       H 5 Rapporteren

                                                       H 6 Leren op de werkvloer

Slide 2 - Tekstslide

Maandag KA 2.31


09:30 - 10:40 uur       Informatie

10:40 - 11:00 uur        Pauze

11:00 - 12:00 uur        Zelfstandig werken

                                          (huiswerk)



Slide 3 - Tekstslide



Werkboek: Organisatie

van werkzaamheden


Thema 1: Werkzaamheden

voorbereiden, afstemmen

en evalueren


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent de stappen van methodisch werken.
  • Je kent de fasen van planmatig werken.
  • Je weet wat procedures en protocollen zijn.
  • Je weet wat een takenpakket inhoudt
  • Je weet wat een formeel en een informeel werkoverleg is.
  • Je weet wat een agenda is en wat hierin staat.
  • Je kent de rollen die bij een werkoverleg horen.




Slide 5 - Tekstslide

Planmatig werken

Voordat je begint -> 6 W-vragen:

1. Wat is het probleem?

2. Wie heeft het probleem?

3. Wanneer is het probleem ontstaan?

4. Waarom is het een probleem?

5. Waar doet het probleem zich voor?

6. Wat is de aanleiding?

Slide 6 - Tekstslide

Planmatig werken = volgens een vast plan

Vast plan = stappenplan (stap 1:, stap 2:, stap 3:)


Werkzaamheden in een plan = werkplan


2 voorbeelden werkplan

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zakelijk telefoneren

START:

Niet te snel of te laat opnemen

3 x over laten gaan.


  1.  Goedemiddag (-morgen/-avond)
  2. Restaurant Zeezicht
  3. Met ... (je eigen naam)


Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken planmatig werken

1. gestructureerd = volgens overzichtelijke stappen.

2. doelgericht = gefocust op het doel.

3. procesmatig = volgens een opeenvolgende reeks.

4. bewust = je weet wat je doet.

Slide 10 - Tekstslide

Onbewust planmatig



- in je dagelijks leven.

- zonder dat je het door hebt.

- koffie zetten...

Slide 11 - Tekstslide

Planmatig werken in 3 fasen

- Voorbereiden = stappenplan maken


- Uitvoeren = het doen


- Reflecteren/evalueren = erop terug kijken


Wat zou het meeste tijd kosten?

Slide 12 - Tekstslide



Slide 13 - Tekstslide

Fase 1 = voorbereiding

4 stappen:


Stap 1 = informatie (wensen doelgroep?)

Stap 2 = taak (wie doet wat?)

Stap 3 = doel (waar naar toe?)

Stap 4 = plan (stap 1, stap 2)

Slide 14 - Tekstslide



Slide 15 - Tekstslide

Wat is een protocol?

In een protocol staat beschreven
wat je in een bepaalde situatie
moet doen!

Slide 16 - Tekstslide

Onderdelen protocol:

- onderwerp

- doel

- algemene opmerkingen

- benodigdheden

- voorbereiding

- werkwijze

- verslag = rapportage

Slide 17 - Tekstslide

Procedure

= een document met een verzameling van stappen die je moet volgen om een taak uit te voeren.


-> vaste volgorde

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Voordelen protocollen en procedures
  • duidelijkheid
  • veiligheid
  • kwaliteit

Slide 20 - Tekstslide

Kijkopdracht

Opdracht 5 op blz. 21

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Dienstverlening

3 profielen:

1 = facilitaire dienstverlening

2 = zorg en welzijn

3 = sport en recreatie


Hier horen taken bij!!

Slide 23 - Tekstslide

Kijkopdracht

Opdracht 7 op blz. 25

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Werkoverleg

Overleg over het werk:

- tussen medewerkers onderling

- tussen leidinggevende en medewerkers


* formeel = gepland, volgens vaste regels, regelmatig (vergadering)

* informeel = komt toevallig ter sprake

Slide 28 - Tekstslide

Rollen werkoverleg

1 = voorzitter -> agenda maken, leiden,

2 = notulist -> notuleren = opschrijven wat er gezegd wordt.

* notulen = het geschreven document

3= deelnemer -> luisteren, mening

geven, uitleg vragen en meedenken

Slide 29 - Tekstslide

Werkoverleg

Slide 30 - Tekstslide

Agenda =

lijst met onderwerpen voor het werkoverleg.


- vaste agendapunten (staan er altijd op)

- variabele agendapunten (elke keer anders)


Bekijk de agenda

Slide 31 - Tekstslide

Doelen werkoverleg:
  1. informatie delen
  2. mening delen
  3. advies geven
  4. afspraken maken
  5. problemen oplossen
  6. goede werksfeer behouden

Slide 32 - Tekstslide

Kijkopdracht: onderdelen

- rondvraag

- variabele agendepunten

- opening

- notulen

- afsluiting

- mededelingen

Blz. 31 opdracht 9 -> zet de onderdelen in de goede volgorde.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link

Opdrachten:

H 1 en H 2:


Blz. 13 t/m 34


Opdrachten: 1 t/m 11


timer
45:00

Slide 35 - Tekstslide