In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het assortiment ?
Slide 3 - Open vraag
Wat is een assortimentsgroep ?
Slide 4 - Open vraag
Wat is een artikelgroep ?
Slide 5 - Open vraag
Wat is een artikelsoort ?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn dit?
A
artikelvariëteit
B
artikelsoort
C
assortimentsgroep
D
artikelgroep
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn dit ?
A
artikelvariëteit
B
artikelsoort
C
assortimentsgroep
D
artikelgroep
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn dit?
A
artikelvariëteiten
B
artikelsoorten
C
assortimentsgroepen
D
artikelgroepen
Slide 10 - Quizvraag
Wat zijn dit?
A
artikelvariëteiten
B
artikelsoorten
C
assortimentsgroepen
D
artikelgroepen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de breedte van een assortiment?
Slide 12 - Open vraag
Wat is de hoogte van een assortiment?
Slide 13 - Open vraag
Wat is de diepte van een assortiment?
Slide 14 - Open vraag
Wat is de lengte van een assortiment?
Slide 15 - Open vraag
Wat is de consistentie van een assortiment?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wat geeft de rode pijl aan van het assortiment?
A
De diepte
B
De hoogte
C
De breedte
D
De lengte
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Wat geven de blauwe pijlen aan van het assortiment?
A
De diepte
B
De hoogte
C
De breedte
D
De lengte
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Wat geeft de groene pijl aan van het assortiment?
A
De breedte
B
De hoogte
C
De diepte
D
De lengte
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Wat geeft de gele pijl aan van het assortiment?
A
De breedte
B
De hoogte
C
De diepte
D
De lengte
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Op de afbeelding de schappen van een kaasspeciaal zaak. In totaal liggen hier 33 soorten kaas. En op de onderste plank zie je van 1 soort 12 kazen liggen. Welk antwoord klopt?
A
De diepte van het assortiment is 33 kaassoorten en de lengte van die kaassoort is 12 kazen
B
De lengte van het assortiment is 33 kaassoorten en de breedte van die kaassoort is 12 kazen
C
De hoogte van het assortiment is 33 kaassoorten en de lengte van die kaassoort is 12 kazen
D
De breedte van het assortiment is 33 kaassoorten en de hoogte van die kaassoort is 12 kazen
Slide 27 - Quizvraag
Nog een vraag over deze foto. Op deze afbeelding zie je het hele assortiment. Welk antwoord klopt?
A
De kaasspecialist heeft een breed en diep assortiment
B
De kaasspecialist heeft een smal en diep assortiment
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Op de afbeelding zie je een deel van het assortiment van een supermarkt. welk antwoord klopt?
A
De winkel heeft een diep en ook een breed assortiment
B
De winkel heeft wel een breed maar geen diep assortiment
C
De heeft een diep en
geen breed assortiment
D
De winkel heeft geen diep en geen breed assortiment
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Dit zijn de assortimentsgroepen van een supermarkt. Deze winkel heeft een .......... dan de kaasspecialst
A
Dieper assortiment
B
Langer assortiment
C
Breder assortiment
D
Hoger assortiment
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Open vraag
Graag hoor ik van jullie of: - de lesstof nu duidelijk is - wat ik nog kan verbeteren aan deze les
Slide 34 - Open vraag
De blauwe pijlen stonden voor de hoogte van het assortiment. Hoe hoger in het schap, hoe hoger de prijs, hoe hoger het assortiment. Op de afbeeldingen liggen de kazen bij de kaasspecialist op hogere planken dan bij de supermarkt. Klopt dit?
Slide 35 - Open vraag
Hoe komt het dat er dan toch veel mensen naar een kaasspecialist gaan?