Het assortiment

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het assortiment ?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een assortimentsgroep ?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een artikelgroep ?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een artikelsoort ?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn dit?
A
artikelvariëteit
B
artikelsoort
C
assortimentsgroep
D
artikelgroep

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn dit ?
A
artikelvariëteit
B
artikelsoort
C
assortimentsgroep
D
artikelgroep

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn dit?
A
artikelvariëteiten
B
artikelsoorten
C
assortimentsgroepen
D
artikelgroepen

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn dit?
A
artikelvariëteiten
B
artikelsoorten
C
assortimentsgroepen
D
artikelgroepen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de breedte van een assortiment?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de hoogte van een assortiment?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de diepte van een assortiment?

Slide 14 - Open vraag

Wat is de lengte van een assortiment?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de consistentie van een assortiment?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat geeft de rode pijl aan van het assortiment?
A
De diepte
B
De hoogte
C
De breedte
D
De lengte

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat geven de blauwe pijlen aan van het assortiment?
A
De diepte
B
De hoogte
C
De breedte
D
De lengte

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Wat geeft de groene pijl aan van het assortiment?
A
De breedte
B
De hoogte
C
De diepte
D
De lengte

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Wat geeft de gele pijl aan van het assortiment?
A
De breedte
B
De hoogte
C
De diepte
D
De lengte

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Op de afbeelding de schappen van een kaasspeciaal zaak. In totaal liggen hier 33 soorten kaas. En op de onderste plank zie je van 1 soort 12 kazen liggen. Welk antwoord klopt?
A
De diepte van het assortiment is 33 kaassoorten en de lengte van die kaassoort is 12 kazen
B
De lengte van het assortiment is 33 kaassoorten en de breedte van die kaassoort is 12 kazen
C
De hoogte van het assortiment is 33 kaassoorten en de lengte van die kaassoort is 12 kazen
D
De breedte van het assortiment is 33 kaassoorten en de hoogte van die kaassoort is 12 kazen

Slide 27 - Quizvraag

Nog een vraag over deze foto.
Op deze afbeelding zie je het hele assortiment.
Welk antwoord klopt?
A
De kaasspecialist heeft een breed en diep assortiment
B
De kaasspecialist heeft een smal en diep assortiment

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Op de afbeelding zie je een deel van het assortiment van een supermarkt. welk antwoord klopt?
A
De winkel heeft een diep en ook een breed assortiment
B
De winkel heeft wel een breed maar geen diep assortiment
C
De heeft een diep en geen breed assortiment
D
De winkel heeft geen diep en geen breed assortiment

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Dit zijn de assortimentsgroepen van een supermarkt. Deze winkel heeft een .......... dan de kaasspecialst
A
Dieper assortiment
B
Langer assortiment
C
Breder assortiment
D
Hoger assortiment

Slide 32 - Quizvraag


Slide 33 - Open vraag

Graag hoor ik van jullie of:
- de lesstof nu duidelijk is
- wat ik nog kan verbeteren aan deze les

Slide 34 - Open vraag

De blauwe pijlen stonden voor de hoogte van het assortiment.
Hoe hoger in het schap, hoe hoger de prijs, hoe hoger het assortiment.
Op de afbeeldingen liggen de kazen bij de kaasspecialist op hogere planken dan bij de supermarkt. Klopt dit?

Slide 35 - Open vraag

Hoe komt het dat er dan toch veel mensen naar een kaasspecialist gaan?

Slide 36 - Open vraag