4H 2.5 en 2.7

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4 Havo

13 december

Practicum soortelijke weerstand

Hoofdstuk 2

2.5 Speciale weerstanden

2.7 Elektriciteit in het huis

Warmte ontwikkeling

- Weerstand in een draad

- Draad wordt warm als er stroom op staat

- Hoeveel elektrische energie wordt er omgezet in warmte?

Hoe groot is de spanning over de draad?

Hoe groot is de stroomsterkte door de draad?

Elektrisch vermogen

U = spanning (V)

I = stroomsterkte (A)

P = vermogen (VA) = (Watt) = (W)

P=U⋅I

Overbelasting

= wanneer de stroomsterkte door een draad te groot wordt

- Gevaren

- Zekering voorkomt overbelasting

Transformator

- Netspanning in een huis is 230 V.

- Te hoog voor sommige apparaten

- Transformator zorgt ervoor dat deze apparaten wel werken

Speciale weerstanden

PTC

= Positieve TemperatuurCoëfficiënt

- Weerstand wordt groter als stroomsterkte en temperatuur toenemen. 

NTC

= Negatieve TemperatuurCoëfficiënt

- Weerstand neemt af als de temperatuur stijgt.

- Bijvoorbeeld een elektrische thermometer.

LDR

= (Light Dependent Resisitor) Lichtgevoelige weerstand

- Halfgeleiders

- Weerstand neemt af als er meer licht op valt

- Als er geen licht op valt is de weerstand .............

Diode

= Component wat stroom maar toelaat in 1 richting. (doorlaatrichting)

- In tegengestelde richting laat hij geen stroom door (sperrichting)

            Drempelspanning

= minimale spanning die nodig is om stroom door de diode te laten lopen. 

Led

= Light emitting diode

- Een diode die zichtbaar licht uitzendt als er stroom in de doorlaatrichting doorheen wordt gestuurd. 

Opdrachten maken:

35, 37, +40

52, 53, 54

Welk onderdeel van dit hoofdstuk vind je nog lastig/ wil je hulp bij?