Guten Tag!
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat betekent: Angebot
A
aankomst
B
aanbieding
C
boodschap
D
boter
Slide 3 - Quizvraag
Welk fruit kost 1.75 per kg?
A
appels
B
bananen
Slide 4 - Quizvraag
Wat zouden Datteln zijn?
A
pruimen
B
perziken
C
dadels
D
gedroogde abrikozen
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel komkommers koopt Nico?
A
3
B
4
C
5
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel wisselgeld krijgen ze terug?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Das Buch ist für ( mij ) .......
A
mich
B
ich
C
mir
Slide 10 - Quizvraag
Welke Duitse voorzetsels hebben altijd de vierde naamval?
Voorzetsel met een vierde naamval
Ander voorzetsel
durch
für
gegen
ohne
um
aus
bei
mit
nach
zu
Slide 11 - Sleepvraag
Ich fahre ohne ( hem ) ...... nach Berlin
A
er
B
ihm
C
ihn
Slide 12 - Quizvraag
Warum wohnst du bei ( haar ) .........?
A
sie
B
ihr
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent: teuer
Slide 14 - Open vraag
Wat hoort niet in het rijtje thuis?
A
die Butter
B
die Milch
C
die Sahne
D
die Wurst
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent: die Milch
