Herhaling A6
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn jullie
vier examenonderwerpen?
vier examenonderwerpen?
Slide 6 - Woordweb
Welke jaartallen horen er bij
het Modernisme?
het Modernisme?
A
1850-1900
B
1900-1950
C
1950-2000
D
2000- heden
Slide 7 - Quizvraag
De massacultuur is
A
van 1850 to nu
B
van 1900 tot 1950
C
van 1900 tot nu
D
van 1950 tot nu
Slide 8 - Quizvraag
De hofcultuur speelt zich af in...
A
1943
B
de 16de en 17de eeuw
C
de 80 jarige oorlog
D
Frankrijk
Slide 9 - Quizvraag
Welke term hoort niet bij Romantiek en Realisme?
A
De Natuur
B
Sprookjes
C
De oorlog
D
De liefde
Slide 10 - Quizvraag
A
Realisme
B
Romantiek
C
Impressionisme
D
neoclassicisme
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de chronologische volgorde....
A
Realisme, romantiek, impressionisme, expressionisme
B
Romantiek, realisme, expressionisme, impressionisme
C
Impressionisme, expressionisme, romantiek, realisme
D
Romantiek, realisme, impressionisme, expressionisme
Slide 12 - Quizvraag
Welke twee stijlperiodes had je tijdens de hofcultuur?
A
Grieken en Romeinen
B
Renaissance + Barok
C
Middeleeuwen + Realisme
D
Classicisme + Romantiek
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent 'post' in het woord postmodernisme?
A
Voor
B
Achter
C
Na
D
Op
Slide 14 - Quizvraag
Uit welke stroming komt dit kunstwerk?
A
postmodernisme
B
hyperrealisme
C
popart
D
abstract expressionisme
Slide 15 - Quizvraag
A
modernisme
B
postmodernisme
Slide 16 - Quizvraag
A
modernisme
B
postmodernisme
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent een "geëngageerde" film?
A
Een grappige film
B
Een maatschappelijk betrokken film
C
Een film die verboden is (geweest)
D
Een film puur als amusement
