8.4 Je bloedsomloop - 2 lessen

8.4 Je bloedsomloop

Welkom TH3a!

Pak pen en papier (of een lege blz. op je boek).
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.4 Je bloedsomloop

Welkom TH3a!

Pak pen en papier (of een lege blz. op je boek).

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf de namen van onderdelen 1 t/m 11 op. Hoeveel onderdelen ken je al?

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog?
  • Vanuit welke ruimte verlaat het bloed het hart. 
  • En via welke ader?
  • Waar gaat het bloed dan 
       naartoe? 

Hoe kun je aan het hart zien welke kant 
naar het lichaam pompt en welke naar de 
longen?



Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 8.4
- Je kunt drie soorten bloedvaten en hun kenmerken benoemen
- Je kunt beschrijven langs welke route het bloed door je lichaam stroomt.
- Je kunt uitleggen hoe je bloeddruk ontstaat.

Slide 4 - Tekstslide

Bloedvaten
Drie verschillende soorten:
  • Slagaders: vanaf het hart naar je organen.
  • Aders: vanaf organen naar het hart.
  • Haarvaten: vertakkingen bij organen.

Slide 5 - Tekstslide

Slagaders
1: Dikke wand, omdat de bloeddruk hoog is.

2. Gaat van het hart naar een orgaan.

3.  Is zuurstofrijk (1 uitzondering: ?)

Grootste slagader is de aorta

Slide 6 - Tekstslide

Aders
1. Dunne wand, omdat de bloeddruk laag is.
2. Van orgaan naar het hart.
3. Meestal zuurstofarm (1 uitzondering: ? )
4. Heeft kleppen, zodat bloed niet terugzakt.

Slide 7 - Tekstslide

Haarvaten
  • Bij de organen vertakken de slagaders in haarvaten.
  • In de wand van de haarvaten zitten kleine openingen.
  • De cellen in de wand van een haarvat laten weefselvloeistof (bloedplasma) en witte bloedcellen door.

Slide 8 - Tekstslide

Wat nog meer?

Slide 9 - Tekstslide

Bloedvaten rondom het hart
Aorta = grootste slagader. Vertakt in 
kleinere slagaders naar je organen. 
Kransslagaders = eerste vertakkingen 
van aorta. Waar gaan ze heen?

Longader = zuurstofrijk bloed vanaf longen.
Holle aders (bovenste en onderste) = alle andere
aders vanuit het lichaam. Zuurstofarm bloed.

Slide 10 - Tekstslide

Kennen!
Maar... 
De meeste (slag)aders zijn vernoemd naar het orgaan.

Let op:
  • Poortader: van darmen naar lever.

Slide 11 - Tekstslide

Grote en kleine bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
Rechterkamer naar longen en terug naar linkerboezem.
Grote bloedsomloop:
Linkerkamer naar organen en terug naar rechterboezem.

Let op zuurstofarm en zuurstofrijk!

Slide 12 - Tekstslide

Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
Kleine bloedsomloop:
Hart- Longen- hart


Grote bloedsomloop:
Hart- alle organen- hart

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maken par 8.4 opdr 1 t/m 11

Klaar? 
  • Samenvatten met de leerdoelen
  • Oefenen op biologiepagina.nl

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

8.4 Je bloedsomloop deel 2

  • Vragen voorkennis
  • Uitleg 8.4 deel 2
  • Opdrachten maken
Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:
  • beschrijven langs welke route het bloed door je lichaam stroomt.
  • Uitleggen hoe bloeddruk ontstaat.
  • Uitleggen hoe je bloeddruk kan meten.

Slide 16 - Tekstslide

Herhalen vorige les 
Pak je laptop en start de LessonUp.

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de naam naar de juist plek
1
2
3
Slagader
Ader
Haarvat
Van het hart af
Naar het hart toe
Heeft kleppen
Hele dunne wand

Slide 18 - Sleepvraag

1=
2=
3=
4=
5=
6=
7=
8=
Aorta
Rechterkamer
Rechterboezem
Longslagader
Longader
Linkerboezem
Linkerkamer
Holle ader

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is de uitzondering op zuurstofarm bloed in aders?
A
Holle aders
B
Longader
C
Kransslagaders
D
Weefselvloeistof

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 21 - Quizvraag

poortader
holle ader
aorta
nierader
leverslagader
halsader
leverader
halsslagader
nierslagader
longslagader

Slide 22 - Sleepvraag

Wat is hier de kransslagader?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 23 - Quizvraag

Kransaders vervoeren (1) bloed en komen uit in de (2).
A
1 = zuurstofrijk 2 = aorta
B
1 = zuurstofarm 2 = aorta
C
1 = zuurstofrijk 2 = holle ader
D
1 = zuurstofarm 2 = holle ader

Slide 24 - Quizvraag

Naamgeving 
De meeste (slag)aders zijn vernoemd naar het orgaan.
  • Naar orgaan toe: (orgaan)slagader.
  • Van orgaan af: (orgaan)ader

Let op:
Poortader: van darmen naar lever.
Aorta
Holle ader
Kransslagaders
Kransaders

Slide 25 - Tekstslide

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. Dit noem je bloeddruk.

De bloeddruk is niet overal in je lichaam hetzelfde.

Sommige mensen kunnen last hebben van een hoge bloeddruk.

Slide 26 - Tekstslide

Gevolgen bloeddruk

Hoge bloeddruk:

  • Te hoge druk op de bloedvaten, het hart klopt te krachtig
  • Vergrote kans op hart- en vaatziekten (beschadigt de wanden van de slagaders --> meer kans op slagaderverkalking)

Lage bloeddruk:

  • hoofdpijn, duizeligheid
  • delen van het lichaam krijgen te weinig bloed -> zuurstof
De bloeddruk is de druk die het bloed uitoefent op de wanden van de slagaders. 

Slide 27 - Tekstslide

Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk

Slide 28 - Tekstslide

8.4 Les 2 
Maken opdr 12 t/m 18 + Nakijken
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten 
Nierslagader
Longader
Leverader
Poortader
Aorta
Longslagader

Slide 30 - Sleepvraag

Is het bloeddruk op de wand van de slag aders hoog of laag ?
A
Geen van beide
B
Laag
C
Hoog en laag
D
Hoog

Slide 31 - Quizvraag

Verhoogt een lage of hoge bloeddruk de kans op een hartinfarct?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk

Slide 32 - Quizvraag

Benoem de onderdelen van het hart
Linkerboezem
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Aorta
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Longslagader
Longader

Slide 33 - Sleepvraag

Extra filmpjes om te bekijken:
Bekijk de filmpjes voor extra uitleg

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Video

Slide 37 - Link

0

Slide 38 - Video

De bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop:
Ons bloed stroomt twee keer door je hart.

Slide 39 - Tekstslide