Ademhaling en temperatuur

Begeleiden bij ADL: vitale functies (ademhaling en lichaamstemperatuur)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Begeleiden bij ADL: vitale functies (ademhaling en lichaamstemperatuur)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Ademhaling
  • Je benoemt de vier kwaliteiten van de ademhaling (1).
  • Je legt uit hoe je de ademhaling van een zorgvrager meet, interpreteert en actie onderneemt bij afwijkende waarden (2)

Lichaamstemperatuur
  • Je beschrijft hoe de lichaamstemperatuur geregeld wordt (1)
  • Je legt de begrippen kerntemperatuur, verhoging, koorts en ondertemperatuur uit (2).
  • Je benoemt veelvoorkomende oorzaken van een te hoge en een te lage temperatuur (1).
  • Je beschrijft de verschillende fasen van temperatuurstijging (1).
  • Je legt uit op welke manieren je de lichaamstemperatuur kunt meten (2).
  • Je legt uit hoe je de lichaamstemperatuur van een zorgvrager meet, interpreteert en actie onderneemt bij afwijkende waarden (2).

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vaak ademhaalt een gezond volwassen persoon in een minuut?
A
6-8 keer per minuut
B
9-14 keer per minuut
C
15-20 keer per minuut
D
20-25 keer per minuut

Slide 4 - Quizvraag

De vier kwaliteiten van de ademhaling (observatie)
  • Frequentie
  • Diepte
  • Regelmaat
  • Ademhalingspatroon

Slide 5 - Tekstslide

Normale ademhalingsfrequentie
  • Volwassenen: tussen 9 en 14 keer per minuut adem
  • Tieners: tussen 12 en 20 keer per minuut adem
  • Kinderen tussen 2 en 12 jaar: tussen 20 en 30 keer per minuut
  • Zuigelingen: tussen 30 en 50 keer per minuut

Slide 6 - Tekstslide

Terminologie voor ademhalingspatronen
  • Apneu
  • Dyspneu
  • Hyperventilatie
  • Ademhaling volgens Kussmaul
  • Cheyne-Stokes ademhaling
  • Zuchtende ademhaling

Slide 7 - Tekstslide

Cheyne-Stokes ademhaling

Slide 8 - Tekstslide

De ademhaling stopt zo nu en dan 's nachts en gaat daarna weer door. Hier is sprake van
A
Hyperventilatie
B
Dyspneu
C
Kussmaul-ademhaling
D
Apneu

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een Cheyne-Stokes ademhaling
A
Zeer diepe, regelmatige ademhaling kan bij zorgvragers met coma diabeticum worden opgemerkt.
B
Versnelde ademhaling van meer dan 20 keer per minuut
C
Ademhaling die ‘s nachts vaak meerdere malen even stopt
D
Regelmatig stijgen en dalen in frequentie van de ademhaling met tussenperiodes van apneu kan bij stervende cliënten worden opgemerkt

Slide 10 - Quizvraag

Geluid van de ademhaling
Normaal: zacht geruis.


Stridor

Inspiratoire stridor
Expiratoire stridor

Reutelen



Slide 11 - Tekstslide

Bij inspiratorie stridor ontstaat stridor tijdens de
A
inademing
B
uitademing

Slide 12 - Quizvraag

Ademlucht
Normaal geurloos

  • Slechte gebitsverzorging
  • Infecties van de bovenste luchtwegen
  • Aantal vergiftigingen en stofwisselingsstoornissen


Slide 13 - Tekstslide

Welke lucht kun je ruiken bij ontregelde diabetes?

Slide 14 - Open vraag

Huidskleur (en ademhaling)
Cyanose

Slide 15 - Tekstslide

Hoe tellen wij de ademhaling van een zorgvrager?

Slide 16 - Open vraag

Saturatie
Zuurstof in het bloed

  • Zuurstofpercentage tussen 96 % en 100 %: acceptabel bij gezonde mensen;
  • Zuurstofpercentage tussen 92 % en 100 % acceptabel bij COPD en hartfalen (i.o.m. arts)
  • Zuurstofpercentage minder dan 95 %: toediening van zuurstof overwegen (i.o.m. arts)
  • Zuurstofpercentage minder dan 90 % : zuurstof toedienen i.o.m. arts

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent saturatie?
A
Urine wat achterblijft in de blaas
B
Te snelle ademhaling
C
Overmatig zweten
D
Zuurstof in het bloed

Slide 18 - Quizvraag

Een saturatie van een gezonde zorgvrager is tussen de
A
40 - 55 %
B
55 - 60 %
C
60 - 75 %
D
95 - 100 %

Slide 19 - Quizvraag

Welke maatregelen kun je toepassen bij een benauwde zorgvrager?

Slide 20 - Open vraag

Temperatuur
Normaal: 36,5-37,5
Ouderen: 36,0-37,5
Pasgeborenen: 35,5-37,5

Hypothermie: < 35,0
Verhoging: 37,5-38,0
Koorts: >38
Hyperthermie: > 41,0

Slide 21 - Tekstslide

Een zorgvrager heeft een temperatuur van 37.8. Hier is sprake van:
A
Koorts
B
Verhoging
C
Normale temperatuur
D
Ondertemperatuur

Slide 22 - Quizvraag

Vanaf hoeveel graden is er sprake van koorts?
A
35,0
B
36,0
C
37,0
D
38,0

Slide 23 - Quizvraag

Stijging van de lichaamstemperatuur
Fase 1
Fase 2
Fase 3

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een verschijnsel van koorts?
A
De zorgvrager gaat transpireren
B
De zorgvrager krijgt kippenvel om de warmte vast te houden
C
De zorgvrager moet vaker naar het toilet om te urineren
D
De zorgvrager produceert meer slijm

Slide 25 - Quizvraag

Daling van de lichaamstemperatuur

Slide 26 - Tekstslide

Meten van de lichaamstemperatuur
Rectaal: meten van de lichaamstemperatuur in de anus

Oraal: meten van de lichaamstemperatuur onder de tong
Axillair: meten van de lichaamstemperatuur onder de oksel
Tympanisch of auraal: meten van de lichaamstemperatuur in het oor


Slide 27 - Tekstslide

Welke maatregelen kun je toepassen bij een te lage lichaamstemperatuur?

Slide 28 - Open vraag

Huiswerk
Maak op ZorgPad het onderwerp wat jij nog lastig vindt. 

Slide 29 - Tekstslide