Elektra 1

Elektriciteit
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Kennen en Kunnen
  • Elektra klas 3 (kennen en kunnen lijst)
  • Wat is de spanning?
  • Wat is de stroomsterkte?
  • Wat is het vermogen?
  • Wat is de weerstand?



Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je van vorig jaar (de vorige jaren)?

Slide 3 - Woordweb

De vorige les, wat weet  je  al!
  • De spanning heeft het symbool U en de eenheid Volt (V)
  • De stroomsterkte heeft het symbool I en de eenheid Ampère (A)
  • De weerstand heeft het symbool R en de eenheid
  • De weerstand reken je uit met de formule R = U : I
  • Het vermogen heeft het symbool P en de eenheid Watt (W)
  • Het vermogen reken je uit met de formule P = U x I
Ω

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Binas gebruiken

Bekijk Je Binas en zoek tabel 6 op.

Beantwoord met tabel 6 de volgende vragen (let op per meerkeuze vraag heb je maar 10 seconde de tijd om te antwoorden).

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het symbool voor (elektrische)spanning
A
U
B
I
C
P
D
R

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het symbool voor (elektrische)weerstand
A
U
B
I
C
P
D
R

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het symbool voor (elektrisch)vermogen
A
U
B
I
C
P
D
R

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het symbool voor (elektrische)stroom(sterkte)
A
U
B
I
C
P
D
R

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de eenheid van spanning
A
Volt
B
Ampère
C
Watt
D
Ohm

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de eenheid van (elektrische) stroom(sterkte)
A
Volt
B
Ampère
C
Watt
D
Ohm

Slide 12 - Quizvraag

(Niet uit tabel 6)
Hoe groot is de netspanning
A
12 V
B
1,5 V
C
230 V
D
Het wisselt want het is wisselspanning

Slide 13 - Quizvraag

Bereken de weerstand als de spanning 230 V is en de stroomsterkte 11,5 A.
A
2 Ohm
B
20 Ohm
C
2645 Ohm
D
264,5 Ohm

Slide 14 - Quizvraag

Binas

Vanaf tabel 7 in je Binas staan een hoop formules.

Zoek de formules op die over de elektrische stroom gaan.

Deze formules vul je in op de volgende dia.

Gebruik de : voor een deling (in Binas staat een streep tussen de symbolen) en de x voor een keersom (in Binas staat een punt)

Slide 15 - Tekstslide

Formules over elektrische stroom

Slide 16 - Woordweb

Wat is de spanning, de stroomsterkte, de weersttand en het vermogen.


Let goed op de uitleg. Noteer het één en ander in je schrift.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Kennen en Kunnen
  • Maak zelf je kennen en kunnen lijst van deze les en voeg deze toe achter in je schrift.
  • Bespreek deze Kennen en Kunnen lijst met je buur.
  • Laat je Kennen en  Kunnen lijst zien aan de docent. 
timer
2:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Opdrachten

Ga de opdrachten op het invulblad maken.

Lever dit invulblad in aan het einde van de les.

Slide 21 - Tekstslide