Voorbereiding op repetitie H3

Oefeningen H3 elektriciteit in huis
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oefeningen H3 elektriciteit in huis

Slide 1 - Tekstslide

Hoe berekenen we het vermogen
A
spanning x stroomsterkte
B
stroomsterkte : spanning
C
spanning : stroomsterkte
D
spanning x weerstand

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de totale spanning bij een parallelschakeling?
A
De som van de deelspanningen
B
De spanning is overal gelijk
C
Maakt niet uit
D
De spanning van de hoogste waarde

Slide 3 - Quizvraag

De eenheid van spanning is:
A
Volt
B
Ohm
C
Watt
D
Ampère

Slide 4 - Quizvraag

Wat is hoogspanning?
A
De spanning door een stroomdraad die hoog boven de grond hangt
B
De spanning die groter is dan 10 000 Volt
C
De spanning van het stopcontact
D
De spanning tussen twee ruziënde ministers of presidenten

Slide 5 - Quizvraag

In een serieschakeling is...
A
de spanning overal gelijk
B
de spanning gelijk verdeeld
C
de stroomsterkte verdeeld
D
de stroomsterkte overal gelijk

Slide 6 - Quizvraag

De elektrische spanning van het stopcontact is .... V
A
100
B
220
C
230
D
12

Slide 7 - Quizvraag

E is het symbool voor?
A
Hoeveelheid energie
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 8 - Quizvraag

batterijen in serie leveren samen een hogere spanning dan losse batterijen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Stroomsterkte druk je uit in
A
Volt
B
Ampére
C
Ohm
D
Vermogen

Slide 10 - Quizvraag

Formule voor capaciteit:
A
Capaciteit = spanning : stroomsterkte
B
Capaciteit = weerstand x tijd
C
Capaciteit = stroomsterkte x tijd
D
Capaciteit is geen formule voor.

Slide 11 - Quizvraag

Van welke factoren hangt het vermogen van een elektrisch apparaat af?
A
Stroomsterkte en tijd
B
Vermogen en spanning
C
Spanning en tijd
D
Spanning en stroomsterkte

Slide 12 - Quizvraag

Een geleider heeft...?
A
Geen weerstand
B
Hoge weerstand
C
Lage weerstand
D
50 Ohm aan weerstand

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de functie van de kleurcode op een weerstand?
A
Geeft de weerstand soort aan
B
Geeft de weerstand waarde in Volt aan
C
Geeft de weerstand waarde in Ohm aan
D
Geeft de temperatuur waarde van de weerstand aan

Slide 14 - Quizvraag

Hoe groot is de soortelijke weerstand van koper? (Tabel 15 BINAS)
A
8,96
B
17
C
65
D
het juiste antwoord staat er niet bij

Slide 15 - Quizvraag

Metalen zijn..
A
goede geleiders
B
goede isolatoren

Slide 16 - Quizvraag

Isolatoren zijn..
A
Stoffen waar geen elektrische stroom doorheen gaat.
B
Stoffen waar weinig elektrische stroom doorheen gaat.
C
Stoffen die elektrische stroom goed doorlaten

Slide 17 - Quizvraag

Een gloeilamp heeft een rendement van 10%. Hoeveel procent energie gaat er dan verloren?
A
0%
B
10%
C
50%
D
90%

Slide 18 - Quizvraag

Een tl-lamp heeft een rendement van 65%. Dit betekent dat ...
A
... 65% van de gebruikte energie omgezet wordt in warmte energie.
B
... 35% van de gebruikte energie nuttig wordt gebruikt.
C
... 65% van de gebruikte energie niet nuttig wordt gebruikt.
D
... 35% van de gebruikte energie omgezet verloren gaat in warmte.

Slide 19 - Quizvraag

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 20 - Quizvraag

Wat doet een aardlekschakelaar
A
Schakelaar die iets uit of aan zet.
B
Schakelt de stroom uit van een groep zodra er ergens stoom lekt.
C
Daarmee kan je meten hoeveel stroom er in de aarde zit.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 21 - Quizvraag

Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door
A
door de energie maatschappij
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail

Slide 22 - Quizvraag

Leer goed voor de toets!

Slide 23 - Tekstslide