B2 zelfstandig met opdrachten op biologiepagina

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

HAVO 4 - biologie

  Thema 1 Inleiding in de biologie

B2

Organen, weefsels en cellen

https:

B2 Organen, weefsels en cellen

Leerdoel: 

1. organenstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en hun kenmerken en functies kunnen beschrijven

2. de gezamenlijke functie van groepen cellen, weefsels, organen en orgaanstelsels beschrijven

3. het verband aangeven tussen vorm en functie bij (delen van) organismen

orgaanstelsels

https:

https:

Hoeveel procent score had je?

Typen organen

Er zijn drie hoofdgroepen:

1. Borstholte-organen
2. Buikholte-organen
3. Overige organen

Torso met middenrif

alleen slokdarm gaat door middenrif

Maak (in tweetallen) nu opdracht 13 en 14

Je hebt hier 5 minuten voor!

Ga dan verder

https:

Hoeveel procent score had je?

weefseltypen

Relatie soort tussencelstof en functie cellen

https:

Hoeveel procent score had je?

Botten

langwerpige botten zijn hol zodat ze 

• zo licht mogelijk zijn
  
• sterk zijn

Beenbalkjes in de richting waar de grootste krachten opgevangen moeten worden

vorm en functie

Voet

gewelfde vorm van de voet zodat

• schokken opgevangen kunnen worden
• gewicht gedragen kan worden

vorm en functie

https:

Hoeveel procent score had je?

Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een weefsel

1. Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
2. de cellen in een orgaan
3. Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

wat is een orgaanstelsel

1. een groep cellen die samen één functie uitoefenen
2. een groep organen dat samen één functie uitoefent
3. meerdere weefsels die samen één functie uitoefenen

Van groot naar klein organisatieniveau

1. orgaanstelsel-weefsel-orgaan- molecuul -cel
2. orgaanstelsel-orgaan-weefsel-cel-molecuul
3. orgaan-orgaanstelsel-weefsel-cel- molecuul
4. molecuul -cel-weefsel-orgaan-orgaanstelsel

Bij beenweefsel bevat de tussencelstof meer kalkzouten dan bij kraakbeenweefsel

1. juist
2. onjuist

Bij kraakbeenweefsel liggen de cellen niet in groepjes van 2 of 3 cellen tegen elkaar

1. juist
2. onjuist

https:

Maak nu opdracht 15 t/m 20 (mag ook in tweetallen)

Je hebt hier 10 minuten voor!

Ben je klaar?

 Begin vast aan B3

Volgende les

Plantaardige cellen en dierlijke cellen 

Microscoop (bestudeer alvast de namen!)