Les 1 - 3.1 hoofdrekenen

Hoofdstuk 3

Aftrekken

3.1 Hoofdrekenen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NwederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3

Aftrekken

3.1 Hoofdrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
* Je kent het minteken.

* Je weet wat de som is. 

* Je kunt aftrekken door middel van rijgen en veranderen. 

* Je kunt grote getallen met nullen aftrekken. 

Slide 2 - Tekstslide

Als je twee of meer getallen van elkaar afhaalt, noem dat dat een                          . Bij                            gebruik je het 
                           . De uitkomst van een optelling noem je het                            .                          
Opdracht: Sleep de woorden naar de juiste lege plek. 
minteken: -
aftrekking
verschil
aftrekken

Slide 3 - Sleepvraag

De aftrekking

alles samen van links naar rechts is de aftrekking. 

9                         -                       4                         =                         5 
                        min                                                                        verschil

Slide 4 - Tekstslide

24 - 3 =

Slide 5 - Open vraag

91 - 7 =

Slide 6 - Open vraag

Splitsen en rijgen
Grote getallen kun je splitsen in honderdtallen, tientallen en eenheden. 
Een gesplitst getal kun je makkelijker van een ander getal aftrekken. 

Je noemt dit rijgen. 
Bijvoorbeeld: 156 - 132 = 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld splitsen en rijgen
156 - 132

1. splits het 2e getal 
100 - 30 - 2

2. trek het honderdtal af
156 - 100 = 

3. trek het tiental af
56 - 30 =

3. trek de eenheid af
26 - 2 = 

Slide 8 - Tekstslide

Nu jij! Op de rekenmanier 'rijgen'.
Schrijf de hele som op, ook de stapjes!
367 - 48 =

Slide 9 - Open vraag

Veranderen
Je kunt de getallen ook veranderen.
Je moet dan bij beide getallen hetzelfde aantal optellen of aftrekken.

28   -   19 = 
+1                              +1
29   -  20 =

Slide 10 - Tekstslide

Gebruik de manier veranderen!
42 - 37 =
(bij beide getallen evenveel optellen of aftrekken). Schrijf de hele som op.

Slide 11 - Open vraag

Rekenen met nullen


Even oefenen! 

Slide 12 - Tekstslide

400 - 200 =

Slide 13 - Open vraag

1.200 - 300 =

Slide 14 - Open vraag

2.500 - 1.200 =

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag! 
Start op blz. 45.
Maak opdracht 1 tot en met 8 in je boek.

Studiemeter: Startrekenen Online - 1F - Domein 1 - oefeningen - aftrekken.

Succes! 

Slide 16 - Tekstslide