B1B 16-5 Herhaling lijdend voorwerp

Welkom

Zinsdelen
Lijdend voorwerp
Nederlands
Wat heb je nodig?
1. Leesboek 
2. Agenda
3. Schrift+Pen 
4. Lesboek
5. Laptop
timer
2:30
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Zinsdelen
Lijdend voorwerp
Nederlands
Wat heb je nodig?
1. Leesboek 
2. Agenda
3. Schrift+Pen 
4. Lesboek
5. Laptop
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning vandaag 16 mei 2023
  1. 10 minuten lezen;
  2. Terugblik vorige les;
  3. Korte herhaling van de zinsdelen;
  4. Huiswerkcheck;
  5. Zelfstandig werken aan opdrachten over zinsdelen; zoals het lijdend voorwerp;

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
10 minuten in stilte zelfstandig lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen maken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen zinsontleding en woordsoortbenoeming?

Schrijf op:
- Welke 7 stappen volg je in zinsontleding (in juiste volgorde) (doel 2)?
- Welke vragen/trucs horen bij de stappen (zet dit eronder!) (doel 3)
- Zet een streep onder de zinsdelen die in elke zin zitten. 
Wat weet je nog?
  • Zinsontleden; zinnen verdelen in zinsdelen. Je leert welke zinsdelen er zijn en hoe je ze herkent.
  • Woordsoortbenoeming: een zinsdeel bestaat uit één of meerdere woorden. Je leert uit welke woordsoorten zinsdelen bestaan en hoe je die herkent.

Slide 5 - Tekstslide

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Terugblik - Stappenplan zinsontleding
Terugblik vorige les

Zinsdelen benoemen, zinsontleding
Of het naamwoordelijk gezegde (nwg)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je het nog? - Zinsontleding
Het lijdend voorwerp vind je met de vraag: 
Wie/wat? + gezegde + onderwerp?

Een basiszin bestaat uit alle zinsdelen die een werkwoord nodig heeft.
5.4

Slide 7 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Zinsontleding
Ik kan niet zeggen: 

Piet |hebben| patat |en Karin| gegeten.

Hierdoor weet ik dat 'Piet en Karin' één zinsdeel is en ik mag deze niet uit elkaar halen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het eind van de les kan ik alle zinsdelen herkennen en benoemen, zoals pv, wg/ng en het ow en het lv.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk af hebben voor morgen

 Cursus 5 Grammatica,
§ 8 ZD Lijdend voorwerp opdrachten 1 t/m 7.
Probeer minimaal 70% te behalen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan opdrachten
Lees
De theorie (groene blok) en de opdrachten goed.
Maak
Maak online van cursus 5 Grammatica § 8 ZD Lijdend voorwerp opdrachten 1 t/m 7.
Probeer minimaal 70% te behalen.
Hoe
In de methode voor Nederlands, je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd
20 minuten
Klaar?
Laat je werk zien aan de docent en start met de mixopdrachten over de zinsdelen.
Huiswerk
Bovenstaande opdrachten.
timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu kan ik..
het lijdend voorwerp herkennen en benoemen, samen met de pv, wg/ng en het ow.

Reflecteer voor jezelf.
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne dag!
Tot morgen!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies