Antidepressiva

Antidepressiva
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Antidepressiva

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Ik kan verschillende antidepressiva benoemen.

 
Ik kan benoemen welke aandachtspunten er zijn bij het gebruik van antidepressiva.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat het leerdoel van de les is en waarom het belangrijk is om deze vaardigheid te beheersen.
Welke symptomen passen bij een depressie?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn antidepressiva?
Antidepressiva zijn medicijnen die gebruikt worden om symptomen van depressie te behandelen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat antidepressiva zijn en wat het doel ervan is. Vraag de leerlingen of zij ervaring hebben met antidepressiva.

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke neurotransmitters zijn betrokken bij een depressie?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werken antidepressiva?

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe antidepressiva werken en benadruk dat het belangrijk is om deze medicijnen alleen te gebruiken onder begeleiding van een arts.
Soorten antidepressiva
Wat zijn de verschillen en overeenkomsten van deze soorten antidepressiva?

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf kort de verschillende soorten antidepressiva en vraag de leerlingen of zij bekend zijn met deze termen.
MAO-remmers remmen enzymen waardoor serotonine en noradrenaline meer beschikbaar zijn.
Tricyclische antidepressiva remmen de heropname van noradrenaline en/of serotonine
SSRI's remmen de heropname van serotionine, waardoor er meer serotonine beschikbaar is
SNRI's remmen de heropname van serotonine en noradrenaline, waardoor deze meer beschikbaar zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • Misselijk zijn
  • Droge mond
  • Seksuele disfunctie
  • Slaperig zijn of juist niet kunnen slapen
  • Moe zijn
  • Zenuwachtig voelen


  • Angst 
  • Trillen
  • Meer somber of onrustig worden
  • Gedachten aan de dood kunnen sterker worden

Bijwerkingen

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf de mogelijke bijwerkingen van antidepressiva en benadruk dat het belangrijk is om deze bijwerkingen met een arts te bespreken.
Wat zou je kunnen merken als jouw zorgvrager meer last heeft van gedachten aan de dood?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je zomaar stoppen met antidepressiva? Waarom wel/niet?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stoppen met antidepressiva

Het is belangrijk om niet zomaar te stoppen met het gebruik van antidepressiva. Dit kan leiden tot ontwenningsverschijnselen en het verergeren van depressieve symptomen.

Slide 13 - Tekstslide

Vertel de leerlingen dat het belangrijk is om het gebruik van antidepressiva niet zomaar te stoppen en dat zij dit altijd in overleg met de arts moeten doen.
Conclusie
Antidepressiva zijn medicijnen die gebruikt worden om symptomen van depressie te behandelen. Ze werken door de balans van chemische stoffen in de hersenen te herstellen. Het is belangrijk om antidepressiva alleen te gebruiken onder begeleiding van een arts en niet zomaar te stoppen met het gebruik ervan.

Slide 14 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.