Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling 3.8 dec 13 dec
Spelling 3.8
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling 3.8
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
- klassikaal: vandaag leren we het voltooid deelwoord 3.8
- met een groepje ga ik daarna 2.8 herhalen: pv in de verleden tijd (altijd lastig)
Aan het einde van de les weet je hoe je een voltooid deelwoord schrijft!
Slide 2 - Tekstslide
Weten jullie wat een voltooid deelwoord is?
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het voltooid deelwoord?
Slide 4 - Woordweb
Voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met
ge-
Er staat altijd een vorm van
hebben
of
zijn
voor
Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt meestal -en
Ik ben naar huis gereden
Hij heeft in zee gezwommen
Slide 5 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindig
op t of d
Hoe zat dat ook alweer met het
't kofschip?
Slide 6 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
De rekening is betaald. De betaalde rekening
hele werkwoord zonder 'en'
zit de
l
in het kofschip????????
Slide 7 - Tekstslide
Maar...er zijn ook voltooid deelwoorden die met be-, ge, her-, ver- of ont- beginnen
Slide 8 - Tekstslide
Ik heb me bedacht
Ik heb genoten
De Tweede Wereldoorlog wordt herdacht
Ik heb heerlijk ontbeten
Slide 9 - Tekstslide
wat is correct?
Chris heeft gister een toets (maken)
A
gemaakd
B
gemakt
C
gemaakt
Slide 10 - Quizvraag
wat is correct?
Vanochtend heeft Jan in het zwembad (zwemmen)
A
gezwamd
B
gezwemd
C
gezwommen
Slide 11 - Quizvraag
wat is correct?
Vanochtend heeft Mo met zijn moeder (winkelen)
A
gewinkeld
B
gewinkelt
C
gewinkeldt
Slide 12 - Quizvraag
wat is correct?
Gister is Jaap naar school (fietsen)
A
gefietst
B
gefietsd
Slide 13 - Quizvraag
maken 3.8
& herhaling 2.8 verleden tijd
Slide 14 - Tekstslide
Bij een
sterk werkwoord
verandert de klank wanneer je het in hem in de verleden tijd zet....
De paashaas k
o
mt langs
De leerling h
ee
ft een pen
Anne zw
e
mt in zee
De paashaas kwam gister langs
De leerling h
a
d een pen
Anne zw
o
m in zee
Slide 15 - Tekstslide
Bij een
zwak
werkwoord
verandert de klank NIET wanneer je het in hem in de verleden tijd zet....
Ze woont in Nederland
Ik voetbal vanavond
Ze woon
de
in Nederlands
Ik voetbal
de
gisteravond
Slide 16 - Tekstslide
Maar wat nou als zo'n
zwak
werkwoord al in de ik-vorm op een
t
of
d
eindigt? dan pak je eerst de stam!
Daar zet je -te of -de achter
Ik praat door de les heen
het huis brand af
ik praat
te
door de les heen
het huis bran
dde
af.
bij meervoud zet je er een "n"achter
de huizen bran
dd
en
af.
Slide 17 - Tekstslide
Bij de tegenwoordige tijd (tt) komt er bij jij/hij/zij/het een
t
achter
Slide 18 - Tekstslide
nog even extra oefenen met 2.8
& starten met 3.8
Slide 19 - Tekstslide
samenvattend.....hoe maken we een voltooid deelwoord?
Slide 20 - Tekstslide
3.8 is huiswerk voor volgende week!
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling 2.8 dec 6 dec
December 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
groep 8 werkwoord spelling cito
28 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
Spelling 2.8 en 3.8 - 2 kgt
Juni 2024
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
De spelling van de werkwoorden
Mei 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De spelling van de werkwoorden
10 dagen geleden
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
groep 8 werkwoord spelling cito
6 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
Herhaling spelling 3.8, 4.8 en 5.8 - 1KGa
Maart 2021
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1