De rechtsstaat, de grondwet en de onafhankelijke rechterlijke macht zijn belangrijke ...... die de pijlers vormen van het politieke systeem van Nederland
A
politieke instituties
B
politieke organisaties
C
sociale instituties
D
A, B en C
Slide 8 - Quizvraag
Een politieke partij is een
A
politieke instituties
B
politieke organisaties
C
sociale instituties
D
A, B en C
Slide 9 - Quizvraag
Functies
politieke partijen
* rekrutering en selectie
* articulatie
* participatie
* aggregatie
* communicatie
Slide 10 - Tekstslide
Recrutering en selectie
Articulatie
Participatie
Aggregatie
Communicatie
als intermediair tussen overheid en burger; tussen kiezer en gekozene
het tegen elkaar afwegen en bij elkaar brengen van wensen, eisen en belangen
het interesseren van burgers voor deelname aan politieke besluitvormings-processen
het op de politieke agenda zetten van maatschappelijke eisen en wensen
Het voordragen van een kandidaat voor een politieke functie
Slide 11 - Sleepvraag
Wat is het verschil tussen representatie en representativiteit?
Slide 12 - Open vraag
REPRESENTATIE
* vertegenwoordiging van een groep
REPRESENTATIVITEIT
* mate waarin besluiten, standpunten of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen
=> gaat over getrouwe afspiegeling van de bevolking
Slide 13 - Tekstslide
Als burgers in een democratie zich niet gehoord voelen dan noem je dat
A
de kloof tussen burger en politiek
B
er een probleem is met de politieke cohesie
C
een deel van de burgers voelt zich niet vertegenwoordigd
D
A, B en C
Slide 14 - Quizvraag
BRON NOS NIEUWSUUR
Slide 15 - Tekstslide
VRAGEN BIJ BRON
Ervaren burgers een kloof?
Welke kloof is er zichtbaar volgens onderzoek?
Welk probleemgebied van sociale cohesie is volgens jou van toepassing? (zie volgende slide)
Welke politieke partij(en) hebben het gevoel van deze burgers het beste weten te verwoorden?
Slide 16 - Tekstslide
3 probleem gebieden mbt politieke cohesie
POLITIEKE BETROKKENHEID; er is verminderde binding tussen burgers en politiek
BESTUURLIJKE SCHAALVERGROTING; samenwerking in grotere verbanden => besluitvorming vindt 'ver weg' plaats
GEMANKEERDE COMMUNICATIE; politici spreken jargon/vaktaal die niet wordt verstaan door burgers
Slide 17 - Tekstslide
3 visies op politieke representatie
AFSPIEGELINGSMODEL = parlement moet afspiegeling zijn van bevolking
ROLMODEL = gekozen moet zich NIET laten leiden door opvattingen kiezer maar door eigen mening
PARTIJENMODEL = parlementsleden beschouwen zich als vertegenwoordigers van een politieke partij; daarmee een afspiegeling van de pol. opvattingen in de samenleving
Slide 18 - Tekstslide
De overeenkomstige achtergrondkenmerken tussen de volksvertegenwoordiger en het volk zijn minder van belang in dit model.
A
afspiegelingsmodel
B
rolmodel
C
partijenmodel
Slide 19 - Quizvraag
De volksvertegenwoordiger moet eerst het standpunt van zijn partij achterhalen op een bepaalde kwestie en dan een beslissing nemen.
A
afspiegelingsmodel
B
rolmodel
C
partijenmodel
Slide 20 - Quizvraag
Het is niet wenselijk voor dit model als groepen in het parlement ondervertegenwoordigd zijn.
A
afspiegelingsmodel
B
rolmodel
C
partijenmodel
Slide 21 - Quizvraag
Bedenk een oplossing voor het probleem m.b.v. een visie op politiek representatie
Slide 22 - Open vraag
LESDOELEN
Je kunt een probleemgebied van sociale cohesie herkennen in een actuele bron
Je kunt je eigen visie t.a.v. het oplossen van dat probleem verwoorden
Je kunt een visie op politiek representatie toepassen op het probleem van de kloof tussen burgers en politiek
Voor de legitimiteit van de democratische rechtsstaat is het van belang dat
1) burgers het optreden van de rechterlijke macht als onafhankelijk ervaren en
2) er op vertrouwen dat de overheid zich aan de wet houdt en rechtmatig handelt
als dit vertrouwen afneemt gaat dit ten koste van de bindingen van de burgers met de democratische rechtsstaat en de legitimiteit van de rechtsstatelijke actoren....