Hst 5, 6 Taalkundig Ontleden Herhalen

Vandaag 
Hst 5 & 6 herhalen: 
- herhalen wat taalkundig ontleden is.  
- hoe je verschillende woordsoorten in een zin herkent en benoemt (hst 5) inclusief bijwoorden en telwoorden (hst 6).
- kort iets over planning 

1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag 
Hst 5 & 6 herhalen: 
- herhalen wat taalkundig ontleden is.  
- hoe je verschillende woordsoorten in een zin herkent en benoemt (hst 5) inclusief bijwoorden en telwoorden (hst 6).
- kort iets over planning 

Slide 1 - Tekstslide

Deze week


Volgende week 



Herhalingsweek 
Jullie PTO wordt iets korter. 
Taalkundig ontleden herhalen
Start schrijf opdracht 

Afmaken schrijfopdracht 
Herhalen werkwoordspelling
Start boekopdracht 

Inleveren boekopdracht 
Hebben 5 uur i.p.v.  4 uur Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Deze week


Volgende week 



Herhalingsweek 
M2a
Taalkundig ontleden herhalen
Start boekopdracht 

Redekundig ontleden, werkwoordspelling herhalen en SO
Verder boekopdracht 
Herhalen leesvaardigheid 
Inleveren boekopdracht 

Slide 3 - Tekstslide

Wat doe je bij taalkundig ontleden (onderdeel van grammatica)?

Slide 4 - Open vraag

Wat doe je bij redekundig ontleden (onderdeel van grammatica)?

Slide 5 - Open vraag

twee soorten grammatica oftewel ontleden: 

- redekundig ontleden: je benoemt zinsdelen (zoals persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp)

- taalkundig ontleden: je benoemt losse woorden ( zoals in dit hst 5:  lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, voornaamwoorden en werkwoorden)

Slide 6 - Tekstslide

Link met Numo 
Jullie sprongtoets begon met taalkundig ontleden: je moest woordsoorten zoeken en aangeven.
Toch?  

Slide 7 - Tekstslide

Kijk mee 
Hoofdstuk 5 en 6 
Blz. 14 en 16

Of achterin vanaf bladzijde 176 

Slide 8 - Tekstslide

Benoem de woorden in deze zin:
De gekke juf was ziek maandag.

Slide 9 - Open vraag

Benoem de woorden in deze zin:
In de pauze mag je niet in het lokaal blijven zitten.

Slide 10 - Open vraag

Blz. 14
Extra uitleg blz 176-180

Slide 11 - Tekstslide

Blz. 14
Extra uitleg blz 176-180

Slide 12 - Tekstslide

Blz. 14
Extra uitleg blz 176-180

Slide 13 - Tekstslide

Voorzetsels 

KAST 
voor de kast
in de kast
op de kast
onder de kast
boven de kast
naast de kast
achter de kast


VAKANTIE
na de vakantie 
voor de vakantie
tijdens de vakantie 
vanwege de vakantie 
in de vakantie 
door de vakantie 
van de vakantie 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk woensdag
Lees de theorie op blz. 14 (linkerkant bladzijde) EN
Maak vraag 2, 3, 5, 6 van hoofdstuk 5 (blz 14, 15)
Extra uitleg (van jaar 1, en nuttig voor ISK en tijdens Numo) staat op blz 176-180
Dit is veel en moeilijk dus doe je best. 

Slide 19 - Tekstslide

Vandaag 
Hst 5 
Leerdoel: 
Toepassen taalkundig ontleden: herkennen van verschillende woordsoorten in een zin

Slide 20 - Tekstslide

Vandaag 
Nakijken huiswerk

Korte intstructie Hst 6
Huiswerk  opgeven vrijdag 

Slide 21 - Tekstslide

a. De musical Sunset Boulevard speelt zich af in het Hollywood van de jaren vijftig 
b. Qua regieis alles aan deze musical ouderwets, in de goede zin van het woord.
c. Het stadsbestuur van Rome, onder leiding van burgemeester Virginia Raggi, treedt sinds kort hard op tegen irritant en onbeschaafd gedrag van toeristen. 

Slide 22 - Tekstslide

d. "Rome blijft een gastvrije stad, maar dat wil niet zeggen dat we allerlei gedrag maar moeten tolereren."
e. Het aantal vliegbewegingen van en naar Schiphol is de afgelopen jaren flink toegenomen. 
f. Een cirscusvrachtwagen met daarin vijf olifanten crashte maandag langs een snelweg in Spanje. 

Slide 23 - Tekstslide

Vandaag 
Leerdoel: 
herkennen van verschillende werkwoorden in een zin (vraag6 van hst 5)
Wat zijn bijwoorden en telwoorden en hoe herken je deze in een zin (hst 6)

Slide 24 - Tekstslide

Vandaag 
  1. Nakijken huiswerk vraag 6
  2. Korte uitleg bijwoord en telwoord
  3. Huiswerk woensdag
  4. Numo 
  5. Samen lezen 

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 6
Kijk eventueel (als je dit moeilijk vindt) mee op blz. 180 voor uitleg over werkwoorden

Slide 26 - Tekstslide

Vraagje: staat een bijvoeglijk naamwoord altijd voor een zelfstandig naamwoord?
A
Ja altijd
B
Nee, soms ook erachter
C
nee, soms ook zelfstand
D
Nee kan erachter of zelstandig gebruikt

Slide 27 - Quizvraag

Maak een zin waar het bijvoeglijk naamwoord achter een zelfstandig naamwoord staat

Slide 28 - Open vraag

Wat is 'laatste' in de volgende zin.
Die hele gekke man is de laatste.
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Werkwoord

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Deze moet je gewoon uit je hoofd leren voor PTO

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Maak zelf een zin met een bijwoord en een hoofdtelwoord (zie blz. 16)

Slide 39 - Open vraag

Ik ga zelden met het vliegtuig. Wat is 'zelden' voor soort bijwoord?
A
plaats
B
tijd
C
graad
D
frequentie

Slide 40 - Quizvraag

Wat is het bijwoord?
Zendaya de mooiste MJ ooit!
A
mooiste
B
MJ
C
zij
D
ooit

Slide 41 - Quizvraag

Wat is/zijn bijwoord(en)?
Waarom heb ik toch altijd pech?

Slide 42 - Open vraag

Huiswerk woensdag
Lees de theorie op blz. 16 (linkerkant bladzijde) over bijwoord en telwoord  EN
Maak vraag 1, 2, 3, 4 van hoofdstuk 6 (blz. 16)

Heb je de  vragenlijst over lezen ingevuld? 



Slide 43 - Tekstslide

Samen lezen 

Slide 44 - Tekstslide

NUMO

Slide 45 - Tekstslide

Wat voor soort telwoord is 'laatste'?
De laatste man is bij voetbal een belangrijke rol.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 46 - Quizvraag

Wat voor soort telwoord is 'hoeveelste'?
De hoeveelste waarschuwing is dit?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 47 - Quizvraag

Wat voor soort telwoord is '1001'
1001 nacht is een prachtig sprookjesboek
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 48 - Quizvraag

Wat voor soort telwoord is 'meerdere'
Zij heeft meerdere katten gered van de verdrinkingsdood.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 49 - Quizvraag

Wat voor soort telwoord is 'één'
Je gaat maar één keer dood.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 50 - Quizvraag

Wat voor soort telwoord is 'middelste'
Mijn middelste zoon is nu langer dan ik.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 51 - Quizvraag

Wat voor soort telwoord is 'tweeënhalf'
Op dat feest heb ik wel tweeënhalf keer taart opgeschept.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 52 - Quizvraag

Wat voor soort telwoord is 'eersten'
De 'eersten zullen de laatsten zijn'.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 53 - Quizvraag

Wat voor soort telwoord is 'laatsten'
De 'eersten zullen de laatsten zijn'.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 54 - Quizvraag

Als het goed is
Weet je weer wat 
-  taalkundig ontleden is.  
- hoe je verschillende woordsoorten in een zin herkent en benoemt (hst 5) inclusief bijwoorden en telwoorden (hst 6).

Slide 55 - Tekstslide