Hst 5, 6 Taalkundig Ontleden

Vandaag 
Hst 5 
Leerdoel: 
Wat is taalkundig ontleden? 
Hoe herken je verschillende woordsoorten in een zin

Link met Numo 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag 
Hst 5 
Leerdoel: 
Wat is taalkundig ontleden? 
Hoe herken je verschillende woordsoorten in een zin

Link met Numo 

Slide 1 - Tekstslide

twee soorten grammatica oftewel ontleden: 

- redekundig ontleden: je benoemt zinsdelen (zoals persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp)

- taalkundig ontleden: je benoemt losse woorden ( zoals in dit hst 5:  lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, voornaamwoorden en werkwoorden)

Slide 2 - Tekstslide

Link met Numo 
Jullie sprongtoets begon met taalkundig ontleden: je moest woordsoorten zoeken en aangeven.
Toch?  

Slide 3 - Tekstslide

Blz. 14
Extra uitleg blz 176-180

Slide 4 - Tekstslide

Blz. 14
Extra uitleg blz 176-180

Slide 5 - Tekstslide

Blz. 14
Extra uitleg blz 176-180

Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsels 

KAST 
voor de kast
in de kast
op de kast
onder de kast
boven de kast
naast de kast
achter de kast


VAKANTIE
na de vakantie 
voor de vakantie
tijdens de vakantie 
vanwege de vakantie 
in de vakantie 
door de vakantie 
van de vakantie 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk woensdag
Lees de theorie op blz. 14 (linkerkant bladzijde) EN
Maak vraag 2, 3, 5, 6 van hoofdstuk 5 (blz 14, 15)
Extra uitleg (van jaar 1, en nuttig voor ISK en tijdens Numo) staat op blz 176-180
Dit is veel en moeilijk dus doe je best. 

Slide 12 - Tekstslide

Vandaag 
Hst 5 
Leerdoel: 
Toepassen taalkundig ontleden: herkennen van verschillende woordsoorten in een zin

Slide 13 - Tekstslide

Vandaag 
Nakijken huiswerk

Korte intstructie Hst 6
Huiswerk  opgeven vrijdag 

Slide 14 - Tekstslide

a. De musical Sunset Boulevard speelt zich af in het Hollywood van de jaren vijftig 
b. Qua regieis alles aan deze musical ouderwets, in de goede zin van het woord.
c. Het stadsbestuur van Rome, onder leiding van burgemeester Virginia Raggi, treedt sinds kort hard op tegen irritant en onbeschaafd gedrag van toeristen. 

Slide 15 - Tekstslide

d. "Rome blijft een gastvrije stad, maar dat wil niet zeggen dat we allerlei gedrag maar moeten tolereren."
e. Het aantal vliegbewegingen van en naar Schiphol is de afgelopen jaren flink toegenomen. 
f. Een cirscusvrachtwagen met daarin vijf olifanten crashte maandag langs een snelweg in Spanje. 

Slide 16 - Tekstslide

Vandaag 
Leerdoel: 
herkennen van verschillende werkwoorden in een zin (vraag6 van hst 5)
Wat zijn bijwoorden en telwoorden en hoe herken je deze in een zin (hst 6)

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag 
  1. Nakijken huiswerk vraag 6
  2. Korte uitleg bijwoord en telwoord
  3. Huiswerk woensdag
  4. Numo 
  5. Samen lezen 

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 6
Kijk eventueel (als je dit moeilijk vindt) mee op blz. 180 voor uitleg over werkwoorden

Slide 19 - Tekstslide

Vraagje: staat een bijvoeglijk naamwoord altijd voor een zelfstandig naamwoord?
A
Ja altijd
B
Nee, soms ook erachter
C
nee, soms ook zelfstand
D
Nee kan erachter of zelstandig gebruikt

Slide 20 - Quizvraag

Maak een zin waar het bijvoeglijk naamwoord achter een zelfstandig naamwoord staat

Slide 21 - Open vraag

Wat is 'laatste' in de volgende zin.
Die hele gekke man is de laatste.
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Werkwoord

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Deze moet je gewoon uit je hoofd leren voor PTO

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Zij is na de tweede pauze naar huis gegaan. Wat is 'tweede'?
A
Bijwoord
B
Hoofdtelwoord
C
Rangtelwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 32 - Quizvraag

Maak zelf een zin met een bijwoord en een hoofdtelwoord.

Slide 33 - Open vraag

Ik ga zelden met het vliegtuig. Wat is 'zelden' voor soort bijwoord?
A
plaats
B
tijd
C
graad
D
frequentie

Slide 34 - Quizvraag

Huiswerk woensdag
Lees de theorie op blz. 16 (linkerkant bladzijde) over bijwoord en telwoord  EN
Maak vraag 1, 2, 3, 4 van hoofdstuk 6 (blz. 16)

Heb je de  vragenlijst over lezen ingevuld? 



Slide 35 - Tekstslide

Samen lezen 

Slide 36 - Tekstslide

NUMO

Slide 37 - Tekstslide