Observatie Frouwke bij Miranda

Observatie Frouwke bij Miranda
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Observatie Frouwke bij Miranda

Slide 1 - Tekstslide

Herhalingsweek

Slide 2 - Tekstslide

Doel deze week
  • Je kent in iede geval alle rode woorden van de woordenlijst van begrip naar uitleg en andersom
  • De zwarte woorden ken je van begrip naar uitleg
  • Alle voortgangstoetsen zijn gemaakt en verbeterd
  • Je hebt alle stof van de toets geoefend



Slide 3 - Tekstslide

Wat hebben we de vorige les gedaan? 
Even kort herhalen

Slide 4 - Tekstslide

Zij/ hun /hen

Slide 5 - Tekstslide

Die/ deze/ dit /dat

Slide 6 - Tekstslide

Met wie/ waarmee

Slide 7 - Tekstslide

Spot
Ironie en sarcasme

Slide 8 - Tekstslide

Doel vandaag
• Je kennis even ophalen 
• Samen zo overleggen dat je met je groep correcte woordslangen kunt maken
• Minimaal 1 voortgangstoets maken
• 30 minuten lezen


Slide 9 - Tekstslide

Verwijswoorden
Het-woorden --> dit/dat
De-woorden --> deze/die
Naar mensen --> met wie/van wie/over wie/aan wie enz.
Naar dingen of dieren --> waarmee
Bezittelijk --> jouw/zijn/mijn/haar/hun/onze/uw schoenen

Slide 10 - Tekstslide

Het meisje ... je samenwerkte, is ziek.
A
Met wie
B
waarmee

Slide 11 - Quizvraag

Het jaarabonnement, ... ik had afgesloten, is bijna verlopen.
A
Wat
B
die
C
Dat
D
Deze

Slide 12 - Quizvraag

... neef heeft thuis een slang.
A
me
B
mijn

Slide 13 - Quizvraag

De mantelzorger zorgt voor mijn opa ... doof is geworden.
A
die
B
dat

Slide 14 - Quizvraag

De trein ... je reist heeft vertraging opgelopen.
A
met wie
B
waarmee

Slide 15 - Quizvraag

Het meisje ... zo zenuwachtig was, heeft een tien.
A
dat
B
die
C
wat
D
zij

Slide 16 - Quizvraag

Hoe is het onderhoud van ... privevliegtuig?
A
u
B
uw

Slide 17 - Quizvraag

... advertentie zorgt voor veel ophef.
A
Dit
B
Dat
C
Deze

Slide 18 - Quizvraag

... hebben ... toets goed gemaakt.
A
zij/dit
B
hun/zijn
C
zij/hun
D
Hen/die

Slide 19 - Quizvraag

Vragen?
Waar wil je nog extra uitleg over? 

Slide 20 - Tekstslide

Jullie gaan samen woordslangen maken

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht: 
  1. Verdeel het aantal kaartjes willekeurig onder de mensen in je groep.
  2. Begin met een kaartje, maakt niet uit welk kaartje het is.
  3. Lees het rechterdeel + combineer dit met een begrip aan de linkerkant van een ander kaartje.
  4. Herhaal dit tot alle kaartjes op zijn
  5. Als het goed is past het laatste kaartje bij het kaartje waar je mee gestart bent
  6. Klaar? Ruil met een andere groep- Er zijn 3 variaties- zie envelop 1/2 ,  3/4 en 5/6

Slide 22 - Tekstslide

Hoe ging het? 
Als het nog lastig is, kun je zelf ook online oefenen met de woorden in de methode. 

  • Je krijgt aan het einde van de les een woordenlijst. 
  • Je moet in ieder geval alle rode woorden van de woordenlijst van begrip naar uitleg kennen en andersom
  • De zwarte woorden ken je van begrip naar uitleg

Slide 23 - Tekstslide

Klaar?
Start met de voortgangstoetsen.


Alles af? Kom een Zweeds raadsel halen.

De laatste 25/30 min. gaan we lezen

Slide 24 - Tekstslide