d Waarderende uitspraak. Deze uitspraak heeft (dus) meer onderbouwing nodig. Wat is de definitie
van een goede docent? Een docent die geliefd is? Een docent met veel goede resultaten? Een
docent die je bijblijft omdat hij / zij je in bredere zin wat geleerd heeft?
e Waarderende uitspraak. De vraag is: wat bedoel je met ‘beter’? Daarover zal de discussie dan
verder gaan.
f Waarderende uitspraak. De vraag is: wat is gezellig? De film biedt veilige gespreksstof en biedt
een onderwerp voor een ‘gezellig’ gesprek. Dat is naderhand. Tijdens de film zit je stil naast
elkaar.
g Feitelijke uitspraak. De discussie kan dan ingaan op wat er precies wordt bedoeld. Sommige?
Enkele? De meeste? En wat is dat ‘op niks uitlopen’? En is dat dan erg dat ze op niks uitlopen?
h Feitelijke uitspraak. Van deze uitspraak is lastig vast te stellen of hij waar is. Wat betekent
‘gezagsgetrouwer’ zijn concreet? En wat wordt bedoeld met ‘de Duitser’? Alle Duitsers, sommige,
de meeste? En welke data ondersteunt deze uitspraak dan?