2HV - 3.2 Franse revolutie

3.2 Franse revolutie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.2 Franse revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Voorkennis Verlichting                                                             (10 min) 
  2.  Bespreken doel 5 oorzaken Franse revolutie              (15 min) 
  3.  Aan de slag met doel 6                                                           (20 min)
  4. Afsluiting                                                                                        (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Lees: Verlichte ideeën
De Verlichting was van:
A
1400-1500
B
1500-1600
C
1600-1700
D
1700-1800

Slide 3 - Quizvraag

Denk na over waar de Verlichting voor stond. Wat gooiden de Verlichters onder de guillotine?
A
De ratio (het verstand)
B
Altijd luisteren naar de kerk
C
De mens is van nature slecht
D
De macht van het volk

Slide 4 - Quizvraag

a). Leg uit wat de kerngedachte is van de Verlichting.
b). Leg uit wat natuurrechten inhoudt.
c). Leg uit hoe Verlichtingsdenken democratische revoluties in de hand werkten. (zoals Franse revolutie)

Slide 5 - Open vraag

3.2 De Franse Revolutie
5. Ik kan uitleggen welke oorzaken er zijn voor uitbreken van de Franse revolutie én ik kan beschrijven hoe de revolutie begon. (118)
  • Leg uit waarom er ruzie ontstond in de Staten-Generaal. 
  • Leg uit wat er gebeurde op 14 juli 1789. 
  • Noem drie oorzaken van de Franse revolutie. 

Slide 6 - Tekstslide

5. Ik kan uitleggen welke oorzaken er zijn voor uitbreken van de Franse revolutie én ik kan beschrijven hoe de revolutie begon. 
  • Leg uit waarom er ruzie ontstond in de Staten-Generaal. 
  • De derde stand was bang dat zij niet eerlijk zouden worden vertegenwoordigd in de vergadering van de Staten-Generaal. 
  • Richtte daarom zelf een vergadering op, de Nationale vergadering. Hier werd gediscussieerd over een nieuwe manier om Frankrijk te besturen. 
  • Leg uit wat er gebeurde op 14 juli 1789. 
  • Parijzenaars bestormen de Bastille in protest tegen de koning die de macht wilden teruggrijpen. Deze bloedige gebeurtenis wordt gezien als de start van de Franse revolutie.  
  • Noem drie oorzaken van de Franse revolutie. 
  • 1. de grote ongelijkheid en onrechtvaardigheid van het Ancien Régime; 
  • 2. het ontstaan van Verlichte ideeën
  • 3. het geldtekort van de Franse Staat   

Slide 7 - Tekstslide

Noem de drie oorzaken voor de Franse revolutie.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Maximilien de Robespierre

Slide 10 - Tekstslide

3.2 De Franse Revolutie
6. Ik kan uitleggen welke politieke en sociale veranderingen het gevolg waren van de Franse revolutie. (132) 
  • Leg uit wat er werd opgenomen in de Verklaring van de rechten van de mens en de burger. 
  • Leg uit wat er in de Grondwet van 1791 kwam te staan. 

7. Ik kan uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind. (133) 
  • Beschrijf wat er gebeurt in de volgende jaartallen: 1791, 1792, 1793, 1793-1794 

Slide 11 - Tekstslide

6. Ik kan uitleggen welke politieke en sociale veranderingen het gevolg waren van de Franse revolutie. (132) 
Leg uit wat er werd opgenomen in de Verklaring van de rechten van de mens en de burger. 
  • Een tekst die ging over de grondrechten van de elke Franse burger. 
  • Grondrechten zijn basisrechten zoals vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting
Leg uit wat er in de Grondwet van 1791 kwam te staan.
  • In de grondwet van 1791 kwam  te staan hoe Frankrijk bestuurd moest worden. Er  kwam een duidelijke scheiding van de machten. 
  • Rijke burgers kregen stemrecht. 


Slide 12 - Tekstslide

7. Ik kan uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind. (133) 
  • Beschrijf wat er gebeurt in de volgende jaartallen: 1791, 1792, 1793, 1793-1794 
  • 1791: Koning probeerde koning te vluchten, dit mislukte. 
  • 1792: brak er oorlog uit tussen Frankrijk en Pruisen/Oostenrijk tegen de revolutie 
  • 1793: Lodewijk werd onthoofd! 
  • 1794 en 1793: periode van de Terreur onder de radicalen revolutionaire. Iedereen die niet meewerkte kwam onder de guillotine. 

Slide 13 - Tekstslide

a) Leg uit hoe de revolutie uitmond in een extreme periode:
b) Hoe eindigt de revolutie?

Slide 14 - Open vraag

4.4 Napoleon 

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 4.4
8. Ik kan uitleggen hoe Napoleon aan de macht kwam en hoe het bestuur van Napoleon eruit zag. (131/132) 
- Leg uit hoe Napoleon de macht greep. 
- Leg uit wat napoleon invoerden. 
- Leg uit wat de Code Napoleon inhield. 

9. Ik kan uitleggen hoe Napoleon Europa veroverde, en hoe Napoleon ten onder ging. (132/133)
- Leg uit hoe hij Groot-Brittannië probeerde veroveren. 
- Leg uit  waarom Napoleon verloor van Rusland. 

Slide 16 - Tekstslide