3.3 de Oost en de VOC

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit wat de begrippen stapelmarkt, handelskapitalisme en moedernegotie met elkaar te maken hebben.

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit wat de begrippen stapelmarkt, handelskapitalisme en moedernegotie met elkaar te maken hebben.

Slide 1 - Tekstslide

planning
  • Elke les begin je gelijk met het beantwoorden van de vraag/vragen.
  • Uitleg paragraaf.
  • Vraag beantwoorden op je wisbordje
  • Huiswerk maken en bespreken.
  • Afsluiten les.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel: Ik kan uitleggen waarvoor de VOC werd opgericht en hoe deze handelsmaatschappij werkte.

Slide 3 - Tekstslide

Nederlanders gaan zelf de winstgevende route naar de Oost zoeken.
  • Oorzaak: Portugal had het monopolie op specerijen, zijde, porselein en thee.
  • De Antwerpse kooplieden namen kennis Aziatische handelsnetwerken mee (1585).
  • Jacob van Heemskerck en Willem Barentsz reisden in 1596 via het noorden van Europa naar Azië, mislukt bleven steken bij Nova Zembla.
  • Gevolg: De Houtman, Keyzer gingen in 1595 op reis via Kaap de Goede Hoop naar Indië, reis was succesvol en winstgevend. 

Slide 4 - Tekstslide

Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht in  1602
  • Scheepsbedrijven werken samen in handelscompagnieën: voorcompagnieën
  • Oorzaken: Door te hoge onderlinge concurrentie van de compagnieën, prijsdalingen en faillissementen, richtte Oldenbarnevelt de VOC op. 
  • De staat verdiende kreeg er belasting uit.
  • Gevolgen: De VOC kreeg rechten: economisch=>het handelsmonopolie. Politiek=> verdragen sluiten met vorsten, oorlog voeren, forten te bouwen.

Slide 5 - Tekstslide

VOC Bestuur
  • Heren 17: het hoofdbestuur van de VOC en zetelen in Amsterdam.
  • Elke van de 6 kamers had een eigen scheepswerf, pakhuis en kantoor. Voor elke reis werden zeelui en soldaten ingehuurd.
  • Zeelieden en kooplieden van de VOC mochten niet zelf in producten handelen, die de VOC vervoerde, anders handelsmonopolie doorbroken.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe komt de VOC aan zijn startkapitaal?
  • De VOC gaf aandelen uit. Dat is een aandeel/stukje van het bedrijf.
  • Aandelen werden gekocht en verkocht op de Amsterdamse Beurs. Daarmee was de VOC de allereerste firma ter wereld die aandelen uitgaf en de 1e multinational.
  • Iedereen=> rijke mensen, maar ook ambachtslieden, bakkers of dienstboden kochten een aandeel. Zo werd de VOC ‘van iedereen’.

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf op je wisbordje
a: Leg uit waarom de VOC werd opgericht.
b: Leg uit waarom je kunt zeggen dat de VOC de rechten van een staat had. 

Slide 8 - Tekstslide

Te doen
Maken werkboek par. 3.3 vraag 35, 38, 39, 41, 42, 44, 55.

Leren 3.2 en de begrippen, tijdlijn.

Mag: maken succescriteria, flashcards/ Cornell schema/3.8 afsluiting/ zelftoets/ zelf toetsvragen maken.

Slide 9 - Tekstslide

Samenvatting leerdoel(en)
Ik kan uitleggen waarvoor de VOC werd opgericht en hoe deze handelsmaatschappij werkte.

Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de leerdoelen van vandaag.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waarom de VOC werd opgericht.
Bespreek met je buur kort je antwoordt en hoe je de antwoorden kunt verbeteren.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan met een voorbeeld uitleggen waarom de VOC zowel een handels als een oorlogsbedrijf was.
Ik kan uitleggen hoe de VOC in Azië handeldreef.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Oorlog en handel.
  • VOC werd ook gebruikt in de oorlog met Spanje tijdens de Opstand=> pakten zeeroutes,  handelsfactorijen in Azië af van Spanje en Portugal. Gevolg: VOC kon zo deelnemen aan de Aziatische handel.
  • Schepen waren handels schepen en oorlogsschepen.
  •  De VOC gebruikte ook geweld tegen Aziatische vorsten als ze niet wilden handelen, concurrenten, lokale bevolking.

Slide 14 - Tekstslide

Jacatra en Batavia.

  • In 1619 vestigde Jan Pietersz. Coen in Batavia het centrale handelspunt en bestuur van de VOC in Azië. Hij was de Gouverneur-Generaal. Jacatra werd verwoest en bewoners verdreven.
  • Uit Europa nam de VOC goud en zilver mee om mee te handelen, was erg duur voor de VOC=> oplossing de inter- Aziatische ruilhandel.

Slide 15 - Tekstslide

Inter-Aziatische ruilhandel
  • Vanuit Europa Goud en zilver=> zijde, thee, porselein uit China=> in Japan zijde geruild tegen zilver=> uit India kwam katoen en rijst=>  katoen en rijst in Indonesië geruild tegen specerijen.  
  • Gevolgen: Meer producten zoals katoen, zijde, porselein, thee, rijst en specerijen naar de Republiek=> meer winst werd gemaakt per product en lagere kosten=> minder goud en zilver naar Azië.

  • Retourvaarten tussen Republiek, Batavia.


Slide 16 - Tekstslide

J.P. Coen en de massamoord op de Banda-eilanden.
  • De lokale bevolking op de Banda eilanden verkochten ondanks het verbod toch zelf nootmuskaat aan de Engelsen omdat de VOC niet de beloofde rijst leverde. 
  • Gevolgen: De VOC met J.P. Coen handhaafden hun handelsmonopolie met geweld door de lokale leiders te onthoofden en de bevolking te verdrijven van de eilanden. Nederlandse kolonisten met slaven gingen later de specerijen verbouwen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf op je wisbordje een antwoord.
Je ziet een schilderij over de massamoord op de Banda eilanden door J.P. Coen. Leg met een voorbeeld uit de bron uit waarom dit past bij het beleid van de VOC als 
oorlogs- en handelsbedrijf.

Slide 19 - Tekstslide

Te doen
Maken werkboek par. 3.3 vraag 35, 38, 39, 41, 42, 44, 55.

Leren 3.2 en de begrippen, tijdlijn.

Mag: maken succescriteria, flashcards/ Cornell schema/3.8 afsluiting/ zelftoets/ zelf toetsvragen maken.

Slide 20 - Tekstslide

Samenvatting leerdoel(en)
Ik kan met een voorbeeld uitleggen waarom de VOC zowel een handels als een oorlogsbedrijf was.
Ik kan uitleggen hoe de VOC in Azië handeldreef.

Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de leerdoelen van vandaag.

Slide 21 - Tekstslide