Hst 5 samengevat

Toegevoegde waarde
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Toegevoegde waarde

Slide 1 - Tekstslide

Consumentenprijs is
Inclusief BTW dus:

121%
of
109%
Verkoopprijs is 
exclusief BTW dus:

100 %

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Formules

Inkoopprijs
brutowinstmarge                         +
Verkoopprijs 
BTW %                                               +
Consumentenprijs
omzet
Afzet x verkoopprijs
Inkoopwaarde
afzet x inkoopprijs
Brutowinst
Omzet - inkoopwaarde 
nettowinst
brutowinst - bedrijfskosten 
Verkoopprijs
inkoopprijs + brutowinst

Slide 4 - Tekstslide

Hoe bereken je de omzet?

Slide 5 - Open vraag

Omzet bereken
Afzet
Is het aantal verkochte producten

Omzet
Totaal bedrag dat je hebt ontvangen (is geen winst)

afzet x verkoopprijs = omzet





Let op! --> verkoopprijs altijd exclusief BTW

Slide 6 - Tekstslide

Hoe bereken je de brutowinst?

Slide 7 - Open vraag

Inkoopwaarde en brutowinst
Inkoopwaarde
De totaal bedrag aan de inkoop van producten

Brutowinst
Het verschil tussen de omzet en inkoopwaarde.

Omzet (afzet x verkoopprijs)
inkoopwaarde                              -
Brutowinst.

Slide 8 - Tekstslide

Deel 2

Slide 9 - Tekstslide

Bedrijfskosten
We hebben het eerder gehad over de brutowinst.
Dit is niet je uiteindelijke winst.

Je hebt nog bedrijfskosten.

Dit zijn alle kosten die een ondernemer heeft.

Kunnen jullie voorbeelden bedenken van bedrijfskosten?

Slide 10 - Tekstslide

Nettowinst of nettoverlies
Omzet     (verkoopprijs x afzet)     € 10
Inkoopwaarde                                   €  3   -
Brutowinst                                           € 7
Bedrijfskosten                                    € 8   - 
Nettowinst of nettoverlies              - € 1

Slide 11 - Tekstslide

Nettowinst of nettoverlies
Omzet     (verkoopprijs x afzet)     € 10
Inkoopwaarde                    -              €  3
Brutowinst                                           € 7
Bedrijfskosten                     -               € 2
Nettowinst of nettoverlies                € 5

Slide 12 - Tekstslide

Verkoopprijs
Als je iets gaat verkopen voor de inkoopprijs maak je geen winst.

--> dus tellen de winkeliers een bedrag op bij inkoopprijs.
--> dit noemen we brutowinst


Slide 13 - Tekstslide

De inkoopprijs van een laptop is € 250. Voor de brutowinst rekent de winkelier 90% van de inkoopprijs.
Bereken de verkoopprijs van de laptop.

Slide 14 - Open vraag

De inkoopprijs van een laptop is € 250. Voor de brutowinst rekent de winkelier 90% van de inkoopprijs.
Bereken de verkoopprijs van de laptop.
Brutowinst --> 250 : 100 x 90% = € 225

inkoopprijs + brutowinst = verkoopprijs
€ 250            +     € 225       = € 475

Slide 15 - Tekstslide