M3 Krachten HH 3

Check-in
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Check-in

Slide 1 - Tekstslide

Hoe voel je je nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Krachten

Slide 3 - Tekstslide

Op aarde trekt de zwaartekracht van de aarde je altijd naar het middenpunt van de aarde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Waar moet je de normaalkracht op de kruk tekenen?
A
Bij het zitvlak
B
Bij de poten
C
In het zwaartepunt
D
Mag je zelf kiezen

Slide 5 - Quizvraag

De richting van de pijl
De lengte van de pijl
Het aangrijpingspunt van de pijl
Geeft aan hoeveel Newton er werkt.
Geeft aan van waaruit de kracht werkt.
Geef aan in welke richting de kracht werkt.

Slide 6 - Sleepvraag

Je Massa op Aarde is anders dan je Massa op Mars
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hoe groot is de valversnelling op aarde

gemeten in
s2m
A
981 meter per seconde kwadraat
B
9,81 meter per seconde kwadraat
C
0,981 meter per seconde kwadraat

Slide 8 - Quizvraag

De zwaartekracht op een appel is 10 Newton. Wat is de massa van deze appel op aarde?

Slide 9 - Open vraag

Een veer rekt 10 cm uit bij 30 Newton trekkracht. Hoeveel rekt deze veer uit bij 60 Newton trekkracht.
A
5 cm
B
15 cm
C
20 cm
D
60 cm

Slide 10 - Quizvraag

Een veer rekt 10 cm uit bij 30 Newton trekkracht. Hoeveel kracht is er nodig voor een uitrekking van 5 cm
A
5 N
B
10 N
C
15 N
D
20 N

Slide 11 - Quizvraag

Ik wil de zwaartekracht van 30 Newton bij het gewicht tekenen. Hoe groot moet de pijl zijn en waar moet ik die tekenen. De schaal is 1 cm = 10 N
A
Vanuit de onderkant een pijl van 3 cm
B
Vanuit het midden van het gewicht een pijl van 4 cm
C
Vanuit het midden van het gewicht een pijl van 3 cm
D
Vanuit de onderkant een pijl van 4 cm

Slide 12 - Quizvraag

Teken de kracht van de zak op de haak

Slide 13 - Sleepvraag

De fietser heeft een snelheid, maar krijgt door de wind een enorme wrijvingskracht tegen. Wat zal er met de snelheid van de fietser gebeuren?

Slide 14 - Open vraag

Wat is
de
nettokracht?
A
Fnetto = 25 N
B
Fnetto = 225 N
C
Fnetto = 125 N
D
Fnetto = 100 N

Slide 15 - Quizvraag

De richting van de nettokracht is naar
A
Fnetto = 32 + 17 = 49 N naar links
B
Fnetto = 32 + 17 = 49 N naar rechts
C
Fnetto = 32 - 17 = 15 N naar links
D
Fnetto = 32 - 17 = 15 N naar rechts

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de eenheid van de werk- en last arm?
A
Newton
B
centimeter
C
meter
D
Watt

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort hefboom is dit?
A
Een dubbele hefboom
B
Een enkele hefboom

Slide 18 - Quizvraag

De knoflookpers werkt als een
hefboom. De lastkracht
op de knoflook is hoeveel keer
zo groot dan de spierkracht?
A
4x zo groot
B
5x zo groot
C
3x zo groot
D
9x zo groot

Slide 19 - Quizvraag