Aan het einde van de les ken je de regels van de punt, komma, puntkomma, dubbele punt, aanhalingstekens.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe zit dit?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Waarom staat er een dubbele punt in deze zin? Mijn moeder zegt altijd: "Eerlijkheid duurt het langst."
A
Een voorbeeld
B
Een citaat
C
Een uitleg
D
Een opsomming
Slide 5 - Quizvraag
Waarom staat er een dubbele punt in deze zin? Je hebt drie dingen nodig voor dit recept: bloem, eieren en melk.
A
Een voorbeeld
B
Een citaat
C
Een uitleg
D
Een opsomming
Slide 6 - Quizvraag
Waarom staat er een dubbele punt in deze zin? Ze was erg moe: ze had de hele nacht niet geslapen.
A
Een voorbeeld
B
Een citaat
C
Een uitleg
D
Een opsomming
Slide 7 - Quizvraag
Waarom staat er een dubbele punt in deze zin? Sommige dieren kunnen zich goed aanpassen aan extreme omstandigheden: de kameel kan bijvoorbeeld dagen zonder water.
A
Een voorbeeld
B
Een citaat
C
Een uitleg
D
Een opsomming
Slide 8 - Quizvraag
Maak zelf een zin met een dubbele punt.
Slide 9 - Open vraag
Maak nog een zin met een dubbele punt.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Voeg dubbele punten en/of aanhalingstekens toe, waar nodig. De trainer zei tegen het team dat ze geweldig gespeeld hebben.
Slide 12 - Open vraag
Voeg dubbele punten en/of aanhalingstekens toe, waar nodig. De term influencer wordt tegenwoordig veel gebruikt.
Slide 13 - Open vraag
Voeg dubbele punten en/of aanhalingstekens toe, waar nodig. De leraar zei Het huiswerk moet morgen af zijn.
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Voeg komma's toe, waar nodig. Hij was een slimme vriendelijke jongen.
Slide 16 - Open vraag
Voeg komma's toe, waar nodig. Het regende de hele dag toch gingen we naar buiten.
Slide 17 - Open vraag
Voeg komma's toe, waar nodig. Hij stond op uit zijn stoel liep naar de deur en ging naar buiten.
Slide 18 - Open vraag
Huiswerk
Maak van paragraaf 7.3 Taalverzorging opdracht 1 en 3 online.