Introductie biologie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

7.1 Alles werkt samen

Verbranding

Welkom!

Examenklas Biologie klas 4

Kader

Hoe ziet een week eruit?

Elke les neem je je boek en laptop mee.

blauwe pen en een rode pen

rekenmachine

Blokuur: lesstof, opdrachten, nakijken en uitleg

2 Blokuren mevrouw Leijenaar

Hoe ziet dit schooljaar eruit?

Tentamens/ proefwerken:

• H7 Ademen en eten
• H8 bloed, 
• H9  gezond lichaam
• H10 voortplanting
• H11 Erfelijkheid en evolutie

Onderzoeken:

• practica H7, H8, H9, H10, H11
• Grote onderzoek in de laatste tentamenweek

Schoolexamen en Eindexamen

Schoolexamen: alle hoofdstukken Lj 4 en de Practica

Eindexamen: Alle hoofdstukken uit leerjaar 3 en 4

Leren leren

Biologie is een leervak.

Welke manier van leren vind jij fijn?

Na het leren, controleren, wat weet je al? 

Wat is nog lastig? Wat ga je daaraan doen?

1. Gebruik de leertips.

2. Gebruik de leerdoelen: Leg uit

3. Leerwerkboek: Afbeeldingen met namen van onderdelen leren

4. Herhaal het maken van de opdrachten (online)

5. Online leeromgeving-thema ...: Flitskaarten

6. Online leeromgeving-thema ...: Test jezelf van elke basisstof

7. Online leeromgeving-thema ...: Diagnostische toets --> afsluiting
8. LessonUP: oefenvragen maken

9. Gebruik biologiepagina.nl (Let op: Daar is meer info, die extra's niet leren)

Wat is belangrijk om zelf te doen als je wilt slagen?

Hoofdstuk Ademen en Eten

Maak een voorblad

Maak een mindmap

Start opdracht

7.1 Ademhalen

- Waarom haal je adem?

- Wat is verbranding?

- Staat je verbranding altijd even hoog?

7.1 Ademen

Waarvoor haal je adem?

• Je lichaam heeft zuurstof nodig om te functioneren
  - zuurstof adem je in via je neus of mond
• Cellen in lichaam gebruiken zuurstof voor verbranding van glucose
  - door verbranding van glucose komt energie vrij
  - bij verbranding ontstaan afvalstoffen zoals koolstofdioxide en water
  - koolstofdioxide adem je uit

7.1 Ademen

Waarom ga je bij inspanning sneller ademhalen?

• Inspanning > meer energie nodig > meer verbranding
  - meer verbranding van glucose nodig
  - meer zuurstof in bloed nodig
  - meer/sneller ademhalen
  - meer afvalstoffen zoals koolstofdioxide en water
  
  

Verbranding bij organismen

Glucose: uit je voedsel

Zuurstof: adem je in

Koolstofdioxide: adem je uit

Water: plas je uit, zweet je uit en adem je uit

7.1 Ademen

Ademhalen

Te doen

Start opdracht met diegene naast wie je zit

Maken 

7.1 Alles werkt samen

Waaruit bestaat je lichaam?

• Cellen - Kleine ‘bouwstenen’ in je lichaam. Er zijn veel verschillende soorten cellen. (bijv. spiercellen, botcellen, bloedcellen)
  
• Weefsels - Een groep cellen met dezelfde vorm en functie. (bijv. spierweefsel, botweefsel)
  
• Organen - Delen van organismen die bepaalde taken uitvoeren. Organen bestaan uit verschillende weefsels. (bijv. het hart, de maag, de schedel)
  
• Organenstelsel - Een groep organen die samen werken aan bepaalde taak. (bijv. Bloedvatenstelsel, Beenderstelsel, Verteringsstelsel)
  
• Cel > weefsel > orgaan > orgaanstelsel > organisme

7.1 Alles werkt samen

Orgaanstelsels

7.1 Alles werkt samen

Hoe komen je cellen aan energie?

• Verbranding
  - afbreken van glucose met behulp van zuurstof
  - hierdoor komt energie vrij
  - vind in alle cellen plaats
  - glucose is een energierijke stof uit voedsel (via de darmen)
  - voor verbranding van glucose is zuurstof nodig (zuurstof via longen)
  - afvalstoffen ontstaan > koolstofdioxide en water

7.1 Alles werkt samen

Organenstelsel werken samen

Voorbeeld samenwerking orgaanstelsels bij bewegen:

• Spierstelsel heeft glucose en zuurstof nodig om
  spieren te laten bewegen!
  - Verteringsstelsel > brengt glucose in bloed
  - Ademhalingsstelsel > brengt zuurstof in bloed
  - Bloedvatenstelsel > vervoert zuurstof en glucose
  naar spieren