Verhaalanalyse 3

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Deze les ga je een hamvraag formuleren.

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan

1. Stel jezelf vragen tijdens het lezen.

2. Kies een hamvraag.

3. Bespreek je hamvraag met anderen.

Slide 3 - Tekstslide

Een bord met spaghetti  
Adriaan van Dis

Slide 4 - Tekstslide

opdracht 1
Luister naar het verhaal en schrijf tussendoor vragen op.

Slide 5 - Tekstslide

opdracht 2
Wat is jouw hamvraag bij het verhaal? Schrijf deze vraag op.

Slide 6 - Tekstslide

opdracht 3

Wissel je hamvraag uit met je buurman/buurvrouw, en kies samen een vraag die jullie allebei interessant genoeg vinden om over verder te praten.


Bespreek deze vraag samen met je buurman/buurvrouw:

Wat zijn jullie vermoedens? Ideeen voor mogelijke antwoorden?

Slide 7 - Tekstslide

Reader Verhaalanalyse

Slide 8 - Tekstslide

vraag 1
In welke tijd van het jaar speelt het verhaal zich af? Aan welke twee passages zie je dat?

Slide 9 - Tekstslide

Het is waarschijnlijk eind oktober/ november.

“Het viel hem op dat de diensters al een kersttakje op hun witpapieren mutsen droegen.” (r. 34-37)
“omdat de plafonnieres er gedeeltelijk met kerstgroen
waren afgedekt.” (r. 102-104)


Slide 10 - Tekstslide

Perspectief

Slide 11 - Tekstslide

werk in tweetallen

1. Beschrijf het karakter van de hoofdpersoon in eigen woorden. Illustreer je antwoord met drie citaten uit de tekst.

2. Wat is het vertelperspectief?

3. Hoe wordt de lezer op het verkeerde been gezet?

4. Wijs drie passages aan waaruit blijkt dat Muller vooroordelen heeft.

Slide 12 - Tekstslide

1. Beschrijf het karakter van de hoofdpersoon in eigen woorden. Illustreer je antwoord met drie citaten uit de tekst.

Slide 13 - Open vraag

2. Wat is het psychologisch vertelperspectief?

Slide 14 - Open vraag

3. Hoe wordt de lezer op het verkeerde been gezet?

Slide 15 - Open vraag

4. Wijs drie passages aan waaruit blijkt dat Muller vooroordelen heeft.

Slide 16 - Open vraag