In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel
Slide 1 - Tekstslide
Basis: Thema 10
Kader: Thema 11
Voeding en vertering
Slide 2 - Tekstslide
Voeding en vertering
KB
11.1 - Enzymen
11.2 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
11.3 - Voeding en leefstijl
11.4 - Het verteringsstelsel
11.5 - De organen voor vertering
11.6 - Planteneters, vleeseters en alleseters
BB
10.1 - Voedsel en voedselbederf
10.2 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
10.3 - Voeding en leefstijl
10.4 - Het verteringsstelsel
10.5 - De organen voor vertering
10.6 - Planteneters, vleeseters en alleseters
Slide 3 - Tekstslide
Paragraaf 1:
B - Voedsel en voedselbederf
K - Enzymen
Blz 6 (B) / 6 (K)
Slide 4 - Tekstslide
Doelen van deze les
Je kunt vertellen waar voedsel vandaan komt en op welke manieren het bewerkt is
Je kunt beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij voedselbederf
Je kunt zes manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd
Je kunt de werking van enzymen beschrijven (K)
Slide 5 - Tekstslide
Jouw voedsel
Komt bijvoorbeeld uit de supermarkt
Soms is het voedsel bewerkt (zoals yoghurt, kaas, chips, enz.) en soms eet je het onbewerkt (een appel, mandarijn, enz.)
Soms zelf bewerkt (aardappels schillen en koken)
Slide 6 - Tekstslide
Voedselbederf
Maakt je ziek
Voedsel bedorven door bacteriën en schimmels
Kader:
Eten van voedsel met giftige stoffen die gemaakt zijn door bacteriën en schimmels - voedselvergiftiging
Eten van voedsel met daarin bacteriën en schimmels - voedselinfectie
Slide 7 - Tekstslide
Schimmels
bestaan uit: dunne draden
planten zich voort door: sporen
Slide 8 - Tekstslide
Bacteriën
bestaan uit: één cel
planten zich voort door: celdeling
Slide 9 - Tekstslide
Voedsel conserveren
Conserveren = behandelen zodat het minder snel bederft. Door de organismen die bederf veroorzaken te doden of te voorkomen dat ze kunnen voortplanten/groeien.
Net als mensen en dieren hebben bacteriën en schimmels nodig:
Een goede temperatuur om voort te planten
Voldoende zuurstof
Voldoende vocht
Daar maken we gebruik van bij conserveren van voedingsmiddelen.
Bacteriën zijn wel sterker dan wij en kunnen bij extremere omstandigheden blijven leven!
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Stofwisseling
Vindt plaats in alle levende organismen
Stoffen omgezet in andere stoffen
Voorbeeld: afbraak of opbouw van eiwitten
Afbraak/omzetten vaak d.m.v. enzymen
Slide 12 - Tekstslide
Enzymen
Slide 13 - Tekstslide
Enzymactiviteit
Enzymactiviteit: de snelheid waarmee een enzym de reactie versneltFactoren die enzymactiviteit beïnvloeden:
Temperatuur (optimumtemperatuur)
Zuurgraad (pH)
Slide 14 - Tekstslide
Voedselbederf ontstaat door..........
A
schimmels
B
celdeling
C
bacteriën
D
schimmels en bacteriën
Slide 15 - Quizvraag
Wat is conserveren?
A
Een manier om voedsel te bewaren
B
Een manier hoe bacteriën en schimmels zich voortplanten