36e les

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

mercredi le 8 décembre
Bienvenue dans la classe de français!

Slide 3 - Tekstslide

AUJOURD'HUI
  • POUVOIR huiswerk nakijken
  • bezittelijk voornaamwoord
  • classroom: opmerkingen
    repetitie
  • oordopjes?
  • SO U2 App1-5   ma 20 dec 



  • Le musée d'Orsay fête ses 35 ans. (inaugurationle 1er décembre 1986)


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

POUVOIR
Boek p. 57   exercice 8B 
  • tu peux
  • on peut
  • vous pouvez
  • nous pouvons
  • ils peuvent
  • Edwin/il peut
  • je ne peux pas. 
  • nous avons pu

Slide 6 - Tekstslide

POUVOIR kunnen ....en soms mogen
Boek p. 58   exercice 8C 
  • tu peux
  • le prof/ il peut 
  • je peux  (LET OP: hier in het Nederlands; ik mag)
  • mes parents peuvent/ ils peuvent
  • on peut
  • vous pouvez?
  • j'ai pu 
  • elles/ils ont pu ? 

Slide 7 - Tekstslide

het bezittelijk voornaamwoord
  • NL: mijn, jouw, haar/zijn
  • Frans: ? 
  • mijn--> mon, ma, mes
  • jouw--> ton, ta,tes
  • haar/zijn--> son, sa,ses
  • De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord (m/v/mv) dat ACHTER het bezittelijk naamwoord komt. 
    EN......of het VROUWELIJK zelfstandig naamwoord ERACHTER met een klinker of een stomme h begint. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

het bezittelijk voornaamwoord
SAMEN : Oefening 16A Révision/Herhaling page 63
  • mes parents
  • ton frère
  • son amie/ sa copine
  • ta tante
  • mon ami/ mon copain 

Slide 10 - Tekstslide

het bezittelijk voornaamwoord
  • SAMEN : Oefening 16B  page 63
  • ons/onze--> notre  nos
  • jullie/uw--> votre  vos
  • hun--> leur leurs 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

(mijn) père
(mijn) cousine
(haar) cousins
(haar) père
(jouw) oncle
ma
mes
son
mon
ton
ses

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste plek.
1. C'est              tante. (mijn)

2. Voici              parents. (zijn)

3. J'aime                maison. (ons)

4. C'est                   faute. (hun)
mon
ma
mes
ton
ta
tes
son
sa
ses
notre
nos
votre
vos
leur
leurs

Slide 14 - Sleepvraag

Tu as vu _______ copine? (mijn)
Monsieur, c'est _____ chien? (uw)
Tu as vu ______ nouvelle voiture? (hun)
Quelle est ______ couleur préférée? (jouw)
______ anniversaire, c'est le 19 mars. (mijn)
C'est ____ père (haar)? 
mon
ma
ma
ton
ta
son
sa
notre
nos
votre
leur
leurs

Slide 15 - Sleepvraag

Mannelijk enkelvoud
Vrouwelijk enkelvoud
Meervoud
Mon
Ma
Mes
Ton
Ta
Tes
Son
Sa
Ses
Notre
Nos
Votre
Vos
Leur
Leurs

Slide 16 - Sleepvraag

ZIJN
HAAR
MIJN
JOUW
ONS / ONZE
UW / JULLIE
HUN
mon
ma
mes
tes
ta
ton
son
sa
ses
nos
notre
votre
 vos
leur
leurs

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link