Gedrag beschrijven: "Tijdens je presentatie legde je het onderwerp uit, maar het was niet helemaal duidelijk voor de rest van de klas wat je bedoelde, omdat je geen concrete voorbeelden gaf."
Gevolg benoemen: "Daardoor had ik moeite om het te volgen en waarschijnlijk had de rest van de klas ook niet alles goed begrepen."
Gevoelens uiten: "Ik voelde me een beetje verloren, omdat ik niet helemaal wist hoe ik het onderwerp moest toepassen op de vraag die werd gesteld."
Gezamenlijke oplossing zoeken: "Misschien kun je de volgende keer voorbeelden geven of de uitleg in kleinere stukjes opdelen, zodat het voor iedereen duidelijker wordt. Wat denk je daarvan?"