H5 - migratie (herhaling)

H5 - migratie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H5 - migratie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al 
over migratie?
Betekenis migratie
Migratie betekent verhuizen of verplaatsen. Mensen migreren bijvoorbeeld om in een ander land te gaan werken. Of omdat zij op de vlucht zijn voor oorlog.

Slide 2 - Woordweb

Woorden zijn belangrijk. Om deze les te doen is het belangrijk dat je dezelfde taal spreekt. Wat bedoelt een leerling als hij/zij het heeft over een migrant of een vluchteling. 
Om je hierbij te helpen hebben we een begrippenlijst gemaakt:

Elke groep heeft een andere reden om te migreren:
Arbeidsmigranten
Mensenrechtenvluchtelingen
Migratie door gezinshereniging
Sociale redenen
Economische redenen
Politieke redenen

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van deze gevolgen is een sociaal-cultureel gevolg van migratie voor herkomstgebieden?
A
Een onevenwichtige bevolkingsopbouw
B
Geldzendingen
C
Braindrain
D
Afname werkeloosheid

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt iemand met een westerse migratie-achtergrond vandaan? En iemand met een niet-westerse migratieachtergrond?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kettingmigratie is migratie dat het gevolg is van
A
contacten tussen het thuisland-/gebied en reeds gevestigde bewoners
B
het hebben van de juiste contacten om aan huisvesting te komen
C
het beschikken over de juiste informatie om te kunnen migreren
D
het uitwisselen van informatie tussen de overheid en migranten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft migratie te maken met een multiculturele samenleving?
Tip: wat is migratie ook alweer?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

economische migratie
sociale migratie
ecologische migratie
politieke migratie

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van alle migratie is binnenlandse migratie?
A
50%
B
63%
C
76%
D
80%

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste fases naar de juiste plek in het model. 
Men wil wel, maar kan niet
Men wil wel en kan ook
Men kan nog wel, maar wil niet meer
Beperkte migratie
Migratiepiek
Afnemende migratie en retourmigratie

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen binnenlandse migratie en buitenlandse migratie?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ben je een Nederlander met een migratie achtergrond (allochtoon)?
A
Als minimaal een van je ouders in een ander land geboren is.
B
Als je naar het buitenland verhuist bent, maar in Nederland geboren.
C
Als je in Nederland geboren bent
D
als je tijdens het migreren geboren bent

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als eenmaal gestarte migratie leidt tot meer migratie noemen wij dat:

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tweede generatie allochtonen zijn in Nederland geboren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sam: 'Mijn vader is geboren in Duitsland, mijn moeder is geboren in Nederland.'
Sam is een...
A
Allochtoon
B
Autochtoon
C
Niet-westerse allochtoon
D
Geen van de antwoorden

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan 3 begrippen.
Welk begrip hoort er niet bij en leg uit waarom

multiculturele samenleving - herkomstgebied - acculturatie

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vluchteling is iemand die
A
opzoek is naar een beter leven
B
zijn land heeft verlaten door geweld, oorlog
C
naar een ander land gaat voor werk
D
naar een ander land gaat om te trouwen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt een integratiebeleid in en waarom is het verscherpt?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een asielzoeker?
A
Een vluchteling die in het dierenasiel wil werken
B
Een vluchteling die in Nederland bescherming vraagt
C
Nederlands die zoeken naar een opvang voor hun huisdieren
D
Iemand die zijn land ontvlucht is omdat het er niet veilig is

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vindt je nog lastig of waar heb je nog moeite mee?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies