1GFictieH4

Vraag
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vraag

Slide 1 - Woordweb

Spanning

Slide 2 - Woordweb

Vorige les
Spanning in verhalen
- Onverwachte wending
- Cliffhanger
- Vermoeden
- Uitstel

Slide 3 - Tekstslide

Eind maart
Leestoets H3 + H4

Slide 4 - Tekstslide

Doelen
1. Ik kan rijmsoorten in een gedicht herkennen. 
2. Ik kan bijzonder taalgebruik herkennen. 

Slide 5 - Tekstslide

Onzichtbaar - Hans en Monique Hagen
een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar met mijn ogen dicht
zie ik alles wat mijn hoofd verzint

Slide 6 - Tekstslide

Onzichtbaar

Slide 7 - Woordweb

Rijmschema

Slide 8 - Woordweb

Rijmschema
Gepaarde rijm  (a-a-b-b)
Gekruiste rijm (a-b-a-b)
Omarmend rijm (a-b-a-b)

Slide 9 - Tekstslide

Onzichtbaar - Hans en Monique Hagen
een zucht is onzichtbaar, net als de wind
de nacht is onzichtbaar, als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen die ik kwijt ben, die ik nooit meer vind
maar met mijn ogen dicht, zie ik alles wat mijn hoofd verzint

Slide 10 - Tekstslide

Welk rijmschema heeft dit gedicht?
A
Gepaarde rijm
B
Gekruiste rijm
C
Omarmend rijm

Slide 11 - Quizvraag

Onzichtbaar - Hans en Monique Hagen
(a) een zucht is onzichtbaar, net als de wind
(a) de nacht is onzichtbaar, als de dag begint
(b) onzichtbaar zijn de dingen die ik kwijt ben, die ik nooit meer vind
(b) maar met mijn ogen dicht, zie ik alles wat mijn hoofd verzint

Slide 12 - Tekstslide

Bijzonder taalgebruik
Herhaling
Opsomming
Tegenstelling
Overdrijving

Slide 13 - Tekstslide

Onzichtbaar - Hans en Monique Hagen
een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar met mijn ogen dicht
zie ik alles wat mijn hoofd verzint

Slide 14 - Tekstslide

Welk bijzonder taalgebruik herken je in dit gedicht?

Slide 15 - Open vraag

Overdrijving

Slide 16 - Woordweb

Huiswerk
Maken (online)
Fictie (hoofdstuk 4)
Opdracht 4 + 5.1 + 5.2 + 5.3

Slide 17 - Tekstslide

Doelen
1. Ik kan rijmsoorten in een gedicht herkennen. 
2. Ik kan bijzonder taalgebruik herkennen. 

Slide 18 - Tekstslide