In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Tekstdoelen
Slide 1 - Tekstslide
Schrijven
Spreken en gesprekken voeren
Slide 2 - Tekstslide
Bij het schrijven van een betogende tekst
A
wil je dat de lezer het met je eens wordt
B
je wilt dat de lezer iets weet of begrijpt
C
de bedoeling is dat hij een handleiding goed uitvoert
Slide 3 - Quizvraag
Een blog is een
A
informatieve tekst
B
een betogende tekst
C
een instructieve tekst
D
een amuserende tekst
Slide 4 - Quizvraag
Een column is een
A
informatieve tekst
B
een betogende tekst
C
een instructieve tekst
D
een amuserende tekst
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de overeenkomst tussen een uiteenzetting en een beschouwing?
A
je geeft geen meningen
B
je geeft je eigen mening niet
C
je wilt de lezer overtuigen
D
je zet alleen de feiten in een tekst
Slide 6 - Quizvraag
Welke tekstsoort zijn deze aantekeningen?
A
Beschouwing
B
Betoog
C
Instructie
D
Uiteenzetting
Slide 7 - Quizvraag
Naar aanleiding van vergadering komt er een mededeling op Aventus Portaal. Welke tekstsoort gebruik je?
A
Beschouwing
B
Betoog
C
Instructie
D
Uiteenzetting
Slide 8 - Quizvraag
Je huisgenoot wil een koelkast kopen op Marktplaats. Ze heeft jou gevraagd haar te vertellen hoe ze dat veilig kan doen. Ze is net verhuisd en heeft later nog meer spullen nodig. Welke spreekdoel gebruik je?
A
Beschouwing
B
Betoog
C
Instructie
D
Uiteenzetting
Slide 9 - Quizvraag
Je krijgt de e-mail hiernaast. Je opent je factuur en ziet een kostenpost administratiekosten. Je vraagt je af waarvoor er administratiekosten in rekening worden gebracht. Je belt de klantenservice op om het te vragen. Welk spreekdoel gebruik je?
A
Betoog houden
B
Informatie verstrekken
C
Instructie geven
Slide 10 - Quizvraag
Er blijkt toch dat er te veel administratiekosten in rekening zijn gebracht. Je belt terug om het te veel betaalde geld terug te krijgen. Welk spreekdoel gebruik je?
A
Betoog houden
B
Informatie verstrekken
C
Instructie geven
Slide 11 - Quizvraag
Tijdens het gesprek met de klantenservice zeg je: 'U vindt toch ook dat zo'n fout absoluut niet mag worden gemaakt?" Wat voor soort vraag is dit?
A
Gesloten vraag
B
Open vraag
C
Suggestieve vraag
D
Controle vraag
Slide 12 - Quizvraag
Welke type vraag kan je het beste gebruiken om het gesprek op gang te brengen? Er zijn twee antwoorden goed.