De Actaeone

De Actaeone
naar Ovidius
1 / 104
volgende
Slide 1: Tekstslide
Latijn en GrieksSecundair onderwijs

In deze les zitten 104 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

De Actaeone
naar Ovidius

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vervang 'venator egregius' door een eigennaam.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat bedoelt de auteur met 'satis faustus'
A
het ideale weer voor een jachtpartijtje
B
ze hebben al veel gevangen
C
het bos zit vol met dieren: ze kunnen dus lekker veel jagen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

'repetemus' is
A
indicatief praesens
B
euh ... conjunctief?
C
indicatief futurum simplex

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

'iussa' is een
A
substantief
B
een participium
C
een adjectief
D
een imperatief

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke stijlfiguur zien jullie in deze woorden? (nog knipsel van woorden toevoegen)

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Diana is godin van de ...

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welke stijlfiguur duidde ik aan met de rode woorden?

Slide 24 - Woordweb

1

Slide 25 - Video

00:27
Noem één per één zo veel soorten nimfen als je je herinnert

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Waar is ibi?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Welke stijlfiguur?
Nymphae nudae, viso viro, omnem silvam subitis clamoribus complevērunt,

Slide 33 - Woordweb

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Wat is het grondwoord van texerunt?

Slide 36 - Woordweb

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Welke naamval kan 'me' zijn?

Slide 48 - Woordweb

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Welke naamval is 'me' dus?

Slide 51 - Woordweb

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Tekstslide

Slide 58 - Tekstslide

Zoek een afbeelding die goed weergeeft hoe Actaeon er begint uit te zien.

Slide 59 - Open vraag

Slide 60 - Tekstslide

Slide 61 - Tekstslide

Slide 62 - Tekstslide

Slide 63 - Tekstslide

Slide 64 - Tekstslide

Slide 65 - Tekstslide

Slide 66 - Tekstslide

Slide 67 - Tekstslide

Slide 68 - Tekstslide

Slide 69 - Tekstslide

Slide 70 - Tekstslide

Slide 71 - Tekstslide

Slide 72 - Tekstslide

Slide 73 - Tekstslide

Noem (één per één) de stijlfiguren in deze woorden:
"pudor hoc, timor illud impedit"

Slide 74 - Woordweb

Slide 75 - Tekstslide

Slide 76 - Tekstslide

Slide 77 - Tekstslide

Waarom de inversie van 'viderunt canes' hier?

Slide 78 - Open vraag

Slide 79 - Tekstslide

Slide 80 - Tekstslide

Slide 81 - Tekstslide

Slide 82 - Tekstslide

Slide 83 - Tekstslide

Waarom gebruikt de auteur hier een imperfectum?
A
gebeurtenis in het verleden
B
duur in het verleden
C
herhaling in het verleden
D
gewoonte in het verleden

Slide 84 - Quizvraag

Slide 85 - Tekstslide

Slide 86 - Tekstslide

Slide 87 - Video

Slide 88 - Tekstslide

Wat suggereert het woord 'prima'?

Slide 89 - Open vraag

Slide 90 - Tekstslide

Slide 91 - Tekstslide

Slide 92 - Tekstslide

Slide 93 - Tekstslide

Slide 94 - Tekstslide

Slide 95 - Tekstslide

Slide 96 - Tekstslide

Slide 97 - Tekstslide

Slide 98 - Tekstslide

Slide 99 - Tekstslide

Slide 100 - Tekstslide

Slide 101 - Tekstslide

Slide 102 - Tekstslide

Slide 103 - Tekstslide

Slide 104 - Tekstslide