Hoe groot is het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde rente?
Slide 3 - Tekstslide
samengestelde rente
jaar 1: € 2,- x 1,10 = € 2,20
jaar 2: € 2,20 x 1,10 = € 2,42
Slide 4 - Tekstslide
Richard heeft € 4.000,- op zijn spaarrekening staan en de rente is 5%. Hoeveel staat er op zijn spaarrekening na 4 jaar?
A
€ 4.600
B
€ 4.631
C
€ 4.800
D
€ 4.862
Slide 5 - Quizvraag
samengestelde rente
4.000 x 1,05 = 4.200
4.200 x 1,05 = 4.410
4.410 x 1,05 = 4.630,50
4.630,50 x 1,05 = 4.862,03
Slide 6 - Tekstslide
Richard heeft € 4.000,- op zijn spaarrekening staan en de rente is 5%. Hoeveel staat er op zijn spaarrekening na 34 jaar? Heb je zin om dit uit te rekenen?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
samengestelde rente
4.000 x 1,05 = 4.200
4.200 x 1,05 = 4.410
4.410 x 1,05 = 4.630,50
4.630,50 x 1,05 = 4.862,03
4.000 x ( 1,05 ) ^ 4 = 4.862,03
Slide 8 - Tekstslide
samengestelde rente
Eindbedrag = 4.000 x (1,05)^4 = 4.862,03
Eindbedrag = 4.000 x (1,05)^34 = 21.013,39
Formule
E = B x (1+p)^t
Slide 9 - Tekstslide
samengestelde rente
jaar 1: € 2,- x 1,10 = € 2,20
jaar 2: € 2,20 x 1,10 = € 2,42
Eindbedrag = 2 x (1,10)^2 = 2,42
Formule
E = B x (1+p)^t
Slide 10 - Tekstslide
939,39
904,50
867,61
886,74
€ 700, 8jr, 3%
€ 750, 2,5jr, 6%
€ 800, 3jr, 5,5%
Slide 11 - Sleepvraag
Hw.
Voor volgende les:
Par. 3.1 opgaven 3
Voor nu:
Par. 3.1 opgaven 1, 2, 4, 5, 6
Slide 12 - Tekstslide
Par. 3.1 opgave 3a
A
500 x 0,10 x 5
B
500 x 0,10 x 5 + 500
C
500 x ( 1,10 ) ^ 5
D
500 x ( 1,10 ) ^ 5 - 500
Slide 13 - Quizvraag
Par. 3.1 opgave 3b
A
1127 - 8 x 0,10 x 1127
B
1127 / ( 1,10 ) ^ 8
Slide 14 - Quizvraag
Par. 3.1 opgave 3c
A
500 x 0,04 x 8
B
500 x 0,04 x 8 + 500
C
500 x ( 1,04 ) ^ 8
D
500 x ( 1,04 ) ^ 8 - 500
Slide 15 - Quizvraag
Verzekering
Slide 16 - Woordweb
Verzekering diefstal telefoon. 30 leerlingen in de klas, kans op gestolen telefoon is 10%, verlies € 400,-. Welke premie zou de leraar minimaal moeten vragen? ( geen euro teken, komma's of decimalen, dus bijv. 50 )
Slide 17 - Open vraag
Aantal gestolen telefoons = 10% x 30 = 3
Totale schade = 3 x 400 = 1.200
Premie = 1.200 / 30 = € 40,-
Slide 18 - Tekstslide
Zou jij de verzekering tegen diefstal telefoon nemen voor € 40,-?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quizvraag
Verzekeren
Vrijwillig:
Je kan zelf beslissen of je de verzekering neemt of niet. Gebaseerd op de kans op schade, grootte van de schade en de premie
Verplicht:
Bijv. basis zorgverzekering en WA autoverzekering (schade aan anderen)