Werkwoordsspelling stl-ls 15 okt 2024

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Werkwoorden

STL-LS

15 oktober 2024

Het gebeurt/gebeurd vandaag.

1. gebeurt
2. gebeurd

Hij meld/meldt zich vandaag ziek

1. meld
2. meldt

Hij vervt/verft zijn huis wit.

1. vervt
2. verft

Hij verhuist/verhuizt naar Utrecht

1. verhuist
2. verhuizt
3. verhuisd
4. verhuisdt

Hij melde/meldde zich gisteren ziek.

1. melde
2. meldde

Wij praten/praatten/praatden/praaten gisteren met de buren.

1. praten
2. praatden
3. praatten
4. praaten

Ik heb hem gevraagt/gevraagd om terug te bellen.

1. gevraagt
2. gevraagd

De boer heeft veel gras gemaait/gemaaid.

1. gemaait
2. gemaaid

Mijn collega is naar Groningen verhuist/verhuisd.

1. verhuist
2. verhuisd

In de verzonde/verzonden mail staat de ouderavondbrief.

1. verzonde
2. verzonden

Werkwoorden bijvoeglijk gebruikt

De mail is verzonden. 

De verzonden mail. 

Het huis is geverfd. 
Het geverfd+e huis. 

Zo kort mogelijk noteren

De vluchtstrook is verbreed. 

De verbrede vluchtstrook.

De streekbus rijdt op de verbrede/verbreedde/verbreede
vluchtstrook.

1. verbrede
2. verbreedde
3. verbrede

In het gezonke/gezonken schip liggen waardevolle spullen.

1. gezonke
2. gezonken

De gemaakte/gemaakten toetsen liggen op de tafel.

1. gemaakte
2. gemaakten

In een verlichtte/verlichte straat gebeuren minder ongelukken.

1. verlichtte
2. verlichte