Woordenschat klas 3 les 1-3
1 / 27
Lesduur is: 25 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent 'het assortiment'?
Slide 2 - Open vraag
Wat betekent 'entertainment'?
Slide 3 - Open vraag
Wat betekent 'Uit balans zijn'?
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent 'ondergaan'?
Slide 5 - Open vraag
Wat betekent 'specifiek'?
Slide 6 - Open vraag
Wat betekent 'de verhouding'?
Slide 7 - Open vraag
Wat betekent 'de verslaving'?
Slide 8 - Open vraag
Wat betekent 'de verklaring'?
Slide 9 - Open vraag
Wat betekent 'stollen'?
Slide 10 - Open vraag
Wat betekent 'ongelimiteerd'?
Slide 11 - Open vraag
Wat betekent 'de thermostaat'?
Slide 12 - Open vraag
Wat betekent 'de verleiding'?
Slide 13 - Open vraag
Wat betekent 'schots en scheef'?
Slide 14 - Open vraag
Wat betekent 'de aanwinst'? (GT)
Slide 15 - Open vraag
Wat betekent 'het commentaar'?(k)
Slide 16 - Open vraag
Wat betekent 'maatschappelijk'?(GT)
Slide 17 - Open vraag
Wat betekent 'ergens op inspelen'? (K)
Slide 18 - Open vraag
Wat betekent 'het materialisme'? (GT)
Slide 19 - Open vraag
Wat betekent 'onbevlekt'?(K)
Slide 20 - Open vraag
Wat betekent 'permanent'?(GT)
Slide 21 - Open vraag
Wat betekent 'ontwikkelen'? (K)
Slide 22 - Open vraag
Wat betekent 'het staaltje'?(GT)
Slide 23 - Open vraag
Wat betekent 'de walging'?(K)
Slide 24 - Open vraag
Wat betekent 'de vergunning'? (GT)
Slide 25 - Open vraag
Wat betekent 'te vuur en te zwaard'? (GT)
Slide 26 - Open vraag
Hoe had je geleerd of hoe ga je de woordjes leren?
