BLokuur Nederlands Mavo 3: KERN Hoofdstuk 2 & 3

Nederlands - klas ZM3C
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - klas ZM3C

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Regels bespreken a.d.h.v. vragenlijst
2. Terugblik op hoofdstuk 1: leesstrategieën
3. KERN hoofdstuk 2 uitleggen: herhaling en overdrijving

> Vraag: Konden jullie de LESSON UP presentatie openen via Magister?

Slide 2 - Tekstslide

Uitkomst vragenlijst (23 antwoorden)

Wat verwachten jullie van mij?
- Goed les geven (18x)
Stilte in de klas tijdens de uitleg(17x)
 Goed voorbereiden op PTO (8x)
Respect (15x) 

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we daarvoor doen? 
Klas wordt opgesplitst in 3 zones:
1. Voor mijn bureau: uitleg, extra hulp, klassikaal opdrachten maken.
2. Midden: zelfstandig werken aan opdrachten KERN, mogelijkheid tot vragen stellen.
3. Naast de deur: 'Geen zin' hoek. Je doet zelfstandig iets, geen vragen stellen. Vervelend? Eruit na twee waarschuwingen. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is geen leesstrategie?
A
NAUWKEURIG LEZEN
B
AMUSEREND LEZEN
C
ZOEKEND LEZEN
D
GLOBAAL LEZEN

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat gaan we nu doen?
  1. KERN Hoofdstuk 2: vraag 2 t/m 10 
  2. Niet klaar tijdens de les? Dan wordt dit huiswerk. 
  3. Antwoorden stuur ik later naar jullie door. Je kijkt het zelf na. 

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden
2 a herhaling
b overdrijving
c overdrijving
d overdrijving
e herhaling
f overdrijving 
3 B
4 In de zin: ‘Daar sta ik weer een vaatwasser uit te ruimen die eruitziet alsof er een brontosaurus
in heeft gebraakt.’
En in de zin: ‘Dan smijten ze de hele boel er schots en scheef in, met alle vellen en botten en
gestolde jus en spinaziebladeren er nog aan.’ 

6 Te beoordelen door de docent. I
7 Eigen antwoord. Let op dat het antwoord een onderbouwing bevat. T2
8 Om grappig te zijn, gebruiken schrijvers vaak overdrijving. R
9 Te beoordelen door de docent. I
10 C, D

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden KERN hoofdstuk 2:
5 A, D 
6 Te beoordelen door de docent. 
7 Eigen antwoord. Let op dat het antwoord een onderbouwing bevat.
8 Om grappig te zijn, gebruiken schrijvers vaak overdrijving. 
9 Te beoordelen door de docent. 
10 C, D

Slide 16 - Tekstslide

Tweede uur Nederlands
Korte pauze tot: 12.06 uur. 
Te laat? Melden beneden bij receptie! 

Slide 17 - Tekstslide

KERN Hoofdstuk 3: Minder huis, meer leven.

  1. Klassikaal: onderwerp introduceren + leesstrategie
  2. Zelfstandig: maak vraag 1 t/m 12 bij tekst op pagina 11. 
  3. 'Geen zin' hoek: doe iets voor jezelf, oordopjes met muziek mag. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn Tiny Houses? 

Slide 19 - Tekstslide

Grootte: 25-50 m2
Compact, klein, duurzaam
Wat kost zo'n huisje?
Tussen de 20.000 - 100.000 euro
Wat kost een gemiddeld huis in Nederland?

Slide 20 - Tekstslide

Lees de tekst op pagina 11.
Maak vraag 1 t/m 12. 
Ik loop rond om vragen te beantwoorden. Overleggen met buurman/buurvrouw mag!

Tip voor verbeteren woordenschat!
Houd een lijstje bij in je map/schrift met moeilijke woorden + een voorbeeldzin. 

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
KERN hoofdstuk 2: vraag 2 t/m 10.
KERN hoofdstuk 3: Vraag 1 t/m 12. 
Antwoorden zet ik in Lesson Up presentatie. Kijk zelf na!


Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden Hoofdstuk 3
1 De tekst gaat over een nieuwe trend op woongebied: tiny houses. 
2 C 
3 Voordelen: de huisjes zijn snel, goedkoop en duurzaam te bouwen; de huisjes kunnen
gemakkelijk verplaatst worden; een klein huis geeft mogelijkheid om te ‘ontspullen’; het is
goedkoper; het is beter voor het milieu.
Nadelen: er zijn veel regels waaraan je moet voldoen om permanent in een klein huisje te
mogen wonen; het is niet echte vrijheid. 
4 B 
5 A, C en D 
6 De schrijver overdrijft hier door het ‘de leukste plek van Nederland’ te noemen. Wat de
leukste plek is om te wonen, verschilt echter per persoon. 



het materialisme – het sterk hechten aan geld of bezit
de vergunning – bewijs van toestemming voor een bepaalde activiteit
te vuur en te zwaard – met alle macht

Slide 23 - Tekstslide

Antwoorden
7 staaltje – bewijs van wat je kunt 
8. de aanwinst – wat je erbij gekregen hebt
maatschappelijk – wat te maken heeft met hoe mensen met elkaar omgaan
permanent – niet tijdelijk
het materialisme – het sterk hechten aan geld of bezit
de vergunning – bewijs van toestemming voor een bepaalde activiteit
te vuur en te zwaard – met alle macht.
9 D 
10 D 
11 De schrijver vindt dat een tiny house voordelen heeft, maar ook nadelen. Het lijkt wel alsof je
meer vrijheid hebt, maar in een tiny house moet er ook gewoon voldaan worden aan regels en
vergunningen.
12 Eigen antwoord. Let op dat het antwoord een onderbouwing bevat.

Slide 24 - Tekstslide