Strafbepaling

Leerdoelen

Na deze les kun je:



Uitleggen wat een strafbepaling is.
Uiteenzetten waaruit een strafbepaling bestaat: delictsomschrijving, kwalificatie en strafmaat.
In een concrete situatie aangeven welk onderdeel van de strafbepaling is beschreven.
Benoemen wat elementen en bestanddelen zijn.
Het verschil uitleggen tussen een element en een bestanddeel.


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
StrafrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen

Na deze les kun je:



Uitleggen wat een strafbepaling is.
Uiteenzetten waaruit een strafbepaling bestaat: delictsomschrijving, kwalificatie en strafmaat.
In een concrete situatie aangeven welk onderdeel van de strafbepaling is beschreven.
Benoemen wat elementen en bestanddelen zijn.
Het verschil uitleggen tussen een element en een bestanddeel.


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Elementen

Vier
voorwaarden/
elementen  voor
strafbaarheid:


–* Menselijke gedraging (handelen en nalaten)
* –Wettelijke strafbepaling (legaliteitsbeginsel)
* –Wederrechtelijk (tegen de wet in)
* –Schuld (verwijtbaarheid)

=> elementen worden verondersteld aanwezig te zijn en zijn hetzelfde voor elk strafbaar feit.



Slide 3 - Tekstslide

Elementen
Wederrechtelijkheid
= in strijd met het recht/ zonder toestemming


Schuld
= ‘als schuldig aan’/

iets gedaan hebben

=>(ruime zin) = verzamelterm voor iedere vorm van verwijtbaarheid










Slide 4 - Tekstslide



Strafbepaling:

= bepaling in de wet die het strafbaar feit omschrijft
inclusief de strafmaat








–


Onderdelen van een strafbepaling:

* –Delictsomschrijving: beschrijving van het verboden gedrag (wat wel en niet mag)
* –Kwalificatie: juridische naam (bv: diefstal)
* Sanctienorm: maximale straf (bijvoorbeeld levenslang)

Slide 5 - Tekstslide

Artikel 310 Sr: Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Dit is de:
A
Kwalificatie
B
Delictsomschrijving
C
Sanctienorm
D
Deelneming

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de kwalificatie bij artikel 321 Sr?
A
Schuld
B
Hij aan wiens......
C
Verduistering
D
Overtreding

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de sanctienorm bij artikel 310 Sr?
A
4 jaar gevangenis of geldboete 4e categorie
B
Diefstal
C
3 jaar gevangenis of geldboete 4e categorie
D
Alleen geldboete 4e categorie

Slide 8 - Quizvraag

Boef is artikel 266 Sr gelegd. Geef voor dit wetsartikel de 1) delictsomschrijving, 2) de kwalificatie en 3) de santienorm

Slide 9 - Open vraag

Bestanddelen:

Bestanddeel:

–=  afzonderlijke onderdelen van de delictsomschrijving.
Bv: moord (artikel 289 Sr): hij die opzettelijk en met voorbedachte rade een ander van het leven berooft.

=> aan alle onderdelen moet zijn voldaan/ moeten
worden bewezen



Slide 10 - Tekstslide

Schuld
(enge zin; geen kwaad bedoelen) = culpa
Onzorgvuldigheid
Nalatigheid
Gebrek aan voorzorg
Bijvoorbeeld: je oma vergeten haar medicijnen te brengen omdat je een weekendje wil stappen en ze overlijdt daardoor


Slide 11 - Tekstslide

Opzet

=de bedoeling hebben/willens en wetens

Opzet als oogmerk (=je wilt het)

Opzet als noodzakelijkheidsbewustzijn (=gevolgen
van de daad op de koop toenemen
)

Voorwaardelijk opzet (=het niet willen, maar de kans
aanvaarden dat het toch gebeurt)




Slide 12 - Tekstslide

Leg uit of aan alle bestanddelen van artikel 310 Sr (diefstal) is voldaan:
Fatima leent de scooter van een collega. Aan het eind van de dag brengt ze de scooter niet terug, maar verkoopt ze het aan een vriendin.

Slide 13 - Open vraag

Elementen van een strafbepaling zijn:
A
Opzet
B
Voorbedachte rade
C
Wegnemen
D
Wederrechtelijkheid en schuld

Slide 14 - Quizvraag

Stelling: een element van een strafbepaling moet je bewijzen en een bestanddeel niet. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Geef aan op grond van de zaak Bart van U. aan wat de bestanddelen zijn van het strafbaar feit dat hem ten laste is gelegd.

Slide 16 - Tekstslide

Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 17 - Woordweb