H4 Formuleren

Wat valt je op aan deze zin?
Na een halfuur in de oven te hebben gelegen, aten de gasten de pizza op.
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat valt je op aan deze zin?
Na een halfuur in de oven te hebben gelegen, aten de gasten de pizza op.

Slide 1 - Open vraag

Wat valt je op aan deze zin?
Vrolijk dansend, werden de aardappels geschild.

Slide 2 - Open vraag

Hoofdzin en bijzin
  • Hoofdzin: persoonsvorm staat vaak op de tweede plaats, behalve bij vraagzin of gebiedende wijs. 

  • Hoofdzin is de romp van een zin (belangrijkste) en bijzin is daarvan afhankelijk.



Slide 3 - Tekstslide

Beknopte bijzin
  • Snelle manier van formuleren door weglaten van voegwoord, persoonsvorm en onderwerp. 

  • Onderwerp van beknopte bijwoordelijke bijzin moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin --> als dit niet zo is spreek je van een foutieve beknopte bijwoordelijke bijzin.

Slide 4 - Tekstslide

Beknopte bijwoordelijke bijzin
  • Herken je aan:
  1. Onvoltooid deelwoord: Lopend naar de overkant werd hij bijna aangereden.
  2. Voltooid deelwoord: In roomboter gebraden smaakt het vlees hem erg goed.
  3. Te + infinitief: Na koffie gedronken te hebben, vervolgden we onze busreis. 

Slide 5 - Tekstslide

Verschil bijzin en beknopte bijzin
Beknopte bijzin:
Lopend naar de overkant werd hij bijna aangereden.
In roomboter gebraden smaakt het vlees hem erg goed.
Na koffie gedronken te hebben, vervolgden we onze busreis.

Volledige bijzin: 
Terwijl hij naar de overkant liep, werd hij bijna aangereden.
Het vlees dat in roomboter is gebraden, smaakt hem erg goed.
Nadat we koffie hadden gedronken, vervolgden we onze busreis.

Slide 6 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijwoordelijke bijzinnen
  • Het onderwerp van de beknopte bijzin is niet hetzelfde als het onderwerp van de hoofdzin.

Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe verbeter je deze foutieve beknopte bijwoordelijke bijzinnen?
  1.  Je kunt van de beknopte bijzin in een gewone bijzin veranderen (met onderwerp, persoonsvorm (en voegwoord)): Toen hij naar de overkant liep, reed de auto hem bijna aan. 
  2. Verander de hoofdzin en vul het verzwegen onderwerp in: Lopend naar de overkant werd hij bijna aangereden door een auto. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een gewone bijzin en een beknopte bijzin?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het onderwerp van de hoofdzin:
Bij het theater aangekomen, was de voorstelling al begonnen.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin?
Bij het theater aangekomen, was de voorstelling al begonnen.

Slide 11 - Open vraag

Kijkend uit het raam, vielen de dakpannen naar beneden.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Na drie uur overlegd te hebben, zagen de Philipsmedewerkers af van de staking.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Ik weet het verschil tussen een gewone bijzin en een beknopte bijzin
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Ik herken een foutieve beknopte bijwoordelijke bijzin.
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Huiswerk
Voor woensdag 3/2:
H4 Formuleren opdracht 1 (alleen vraag 1 en 2)

Slide 16 - Tekstslide