Week 42 les 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Week 42 les 1

Hi there,

Pen, schrift, boek, device op tafel

Doelen

 - Ik weet wat ik moet leren voor het proefwerk.

- Ik weet hoe ik woorden met some-, any-, every- / -thing, -body, -where moet gebruiken

Wat moeten we leren voor de toets?

Kennen- en kunnenlijstje

1. Ga naar It's learning en klik op bronnen.

2. Ga naar periode 1.

3. Klik op 'kennen- en kunnenlijstjes'.

4. Klik op 'chapter 1' en open/download het bestand. 

We bekijken deze samen! 

-thing

-thing gebruik je bij dingen:

something - beperkt aantal van iets

anything - onbeperkt aantal van iets

everything - alles

Some – Beperkt aantal van iets

Any – onbeperkt aantal van iets

Every – alle

No – niks/niemand 

-body

-body gebruik je bij mensen:

somebody - beperkt aantal mensen

anybody - onbeperkt aantal mensen

everybody - iedereen

Some – Beperkt aantal van iets

Any – onbeperkt aantal van iets

Every – alle

No – niks/niemand 

-where

-where gebruik je bij plaatsen:

somewhere: beperkt aantal

anywhere: onbeperkt aantal

everywhere: overal 

Some – Beperkt aantal van iets

Any – onbeperkt aantal van iets

Every – alle

No – niks/niemand 

Fill in the blank: I don't want ________ for dinner.

1. everything
2. anything
3. something

Complete the sentence: She has ________ to do today.

1. anything
2. something
3. everything

_____ can play the guitar, but not everyone can sing.

1. Anybody
2. Everybody
3. Nobody
4. Somebody

______ is welcome to join the party.

1. Somebody
2. Everybody
3. Nobody
4. Anybody

I need to talk to ______ about this issue.

1. Somebody
2. Nobody
3. Anybody
4. Everybody

I looked _______ for my keys, but I couldn't find them.

1. somewhere
2. anywhere
3. everywhere
4. nowhere

Can you find a good restaurant _______ near here?

1. everywhere
2. anywhere
3. nowhere
4. somewhere

She left her bag _______ in the house.

1. somewhere
2. everywhere
3. anywhere
4. nowhere

Time to practise

Maak nu opdracht 57 uit je boek (blz. 68/69) en de oefeningen op je kennen- en kunnen lijstje (zie it's learning/som).

Heb je de doelen bereikt?
Waarom wel of waarom niet?