Les 10 mei 2021
1 / 17
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een mening?
timer
0:30
Slide 2 - Open vraag
Wat is een ander woord voor een mening?
timer
0:30
Slide 3 - Open vraag
Aan welke signaalwoorden herken je een argument?
timer
1:00
Slide 4 - Open vraag
Een conclusie herken je aan signaalwoorden zoals: dus, concluderend, dat betekent.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Bij overdrijving zegt de schrijver iets op een grappige of een wat spottende manier, waardoor de lezer weet dat het niet serieus bedoeld is.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
"Fijn, al die moddersporen op de schone vloer!"
A
overdrijving
B
ironie
Slide 7 - Quizvraag
"Bastiaans achtertuin is niet veel groter dan een postzegel."
A
overdrijving
B
ironie
Slide 8 - Quizvraag
Hoe maak je verkleinwoorden?
(Wat kun je achter een zelfstandig naamwoord zetten, zodat het een verkleinwoord wordt?)
(Wat kun je achter een zelfstandig naamwoord zetten, zodat het een verkleinwoord wordt?)
timer
0:30
Slide 9 - Open vraag
Het verkleinwoord van 'café' is...
A
café'tje
B
cafeetje
Slide 10 - Quizvraag
Afkortingen van namen van bedrijven, organisaties en landen schrijf je met ...
A
hoofdletters
B
kleine letters
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de afkorting van 'in plaats van'?
timer
0:30
Slide 12 - Open vraag
Wat is een samenstelling?
timer
0:30
Slide 13 - Open vraag
Soms moet je tussenletters gebruiken om een goede samenstelling te maken.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Leg uit waarom de samenstelling groentemix geen tussenletters -en- heeft.
timer
1:00
