les 7 - Taalverzorging + quiz H5/H6

les 7 - Taalverzorging + quiz H5/H6
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

les 7 - Taalverzorging + quiz H5/H6

Slide 1 - Tekstslide

NEDERLANDS
- Spreekdossier
 (24 mei inleveren/afmaken tijdens de les)
- Leesdossier
 (14 juni inleveren tijdens de les)
- PWW 3
 (Start 21-6)



17 mei: Taalverzorging + Lesstof PWW
24 mei: Lesstof PWW + Spreekdossier
31 mei: Overtuigende tekst
7 juni: kamp
14 juni: Leesdossier invullen
21 juni: Zomerfestival

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
- Woordenschat H5:
Overdrijving/Ironie
- Woordenschat H6
Tegenstellingen, synoniemen etc
- Lezen H5
Mening, argument en standpunten
- Lezen H6
Lay-out van een tekst



Slide 3 - Tekstslide

Lezen H5

Meningen, feiten en argumenten
(Standpunt)
- mening: ik vind, volgens mij, - feit: controleren waar/niet waar, - argumenten: reden (omdat, dus, om die reden)

Woordenschat H5
Ironie/overdrijving

Lezen H6

Lay-out van een tekst 
Functie van afbeeldingen
- aandacht, - informatie geven, - informatie verduidelijken, - aansporen


Woordenschat H6
 • synoniemen, omschrijvingen, voorbeelden, tegenstellingen, voor- en achtervoegsels
• figuurlijk taalgebruik
• woorden met meerdere betekenissen (homoniemen)

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling jaar 1 t/m 3
Signaalwoorden en verbanden (tegenstelling, voorwaarde, conclusie, samenvatting, opsomming....)

Doel van de tekst (informeren, activeren, amuseren, overtuigen)

Aanleiding van de tekst


Slide 5 - Tekstslide

Doelen
Taalverzorging H5/H6
Verkleinwoorden
Afkortingen
Samenstellingen
Goed spellen
Werkwoordspelling



Lezen in een boek 

Slide 6 - Tekstslide

Quiz PWW

Slide 7 - Tekstslide

Verkleinwoorden
A
bewegingkje
B
bewegingje
C
bewegingetje
D
beweginkje

Slide 8 - Quizvraag

Verkleinwoorden
A
woningkje
B
woninkje

Slide 9 - Quizvraag

Het verkleinwoord van penalty
A
penaltytje
B
penaltys
C
penalty'tje
D
penaltietje

Slide 10 - Quizvraag

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje

Slide 11 - Quizvraag

Verkleinwoorden
A
skietje
B
ski'tje

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van:
cola?
A
colaatje
B
cola'tje
C
cola-tje

Slide 13 - Quizvraag

Verkleinwoorden
A
laatje
B
ladetje

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van
cliché?
A
clichétje
B
clicheetje
C
clichéetje
D
clichtje

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de afkorting van?

Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam
A
hema
B
h.e.m.a.
C
HEMA
D
H.E.M.A.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de afkorting van?

Albert Heijn
A
ah
B
a.h.
C
A.H.
D
AH

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de afkorting van?

in plaats van
A
i.p.v.
B
ipv
C
IPV
D
I.P.V.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de afkorting van?

met andere woorden
A
m.a.w.
B
maw
C
MAW
D
M.A.W.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de afkorting van?

tenminste houdbaar tot
A
THT
B
t.h.t.
C
T.H.T.
D
tht

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de afkorting van?

tegen elk aannemelijk bod
A
teab
B
t.e.a.b.
C
T.E.A.B.
D
TEAB

Slide 21 - Quizvraag

Tussenletter
A
hogenschool
B
hogeschool

Slide 22 - Quizvraag

Tussenletters

A
Tarwebrood
B
Tarwenbrood

Slide 23 - Quizvraag

Tussenletters
A
Rodekool
B
Rodenkool

Slide 24 - Quizvraag

Wat is juist?

Tussenletters bij samenstellingen
A
huilenbalk
B
huilebalk

Slide 25 - Quizvraag

Tussenletters
A
Reuzeleuk
B
Reuzenleuk

Slide 26 - Quizvraag

Tussenletters
A
Dorpstraat
B
Dorpsstraat

Slide 27 - Quizvraag

Tussenletters
A
Spinneweb
B
Spinnenweb

Slide 28 - Quizvraag

Tussenletters
A
Zonnesteek
B
Zonnensteek

Slide 29 - Quizvraag

Tussenletters
A
Koeiemest
B
Koeienmest

Slide 30 - Quizvraag

Oefentoets
Maak de oefentoets

Kijk na --> oefen eventueel online of met het boek
timer
20:00

Slide 31 - Tekstslide

Lezen
timer
20:00

Slide 32 - Tekstslide