H2 alles herhalen les 2.2 2.3 BB en KB
1 / 24
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waarom trekken nomaden rond?
Welk antwoord is het best geformuleerd?
Welk antwoord is het best geformuleerd?
A
Omdat ze dat leuk vinden.
B
Omdat ze achter de rendierkuddes aangaan.
C
Nomaden trekken rond omdat er rendieren zijn.
D
Nomaden trekken rond omdat zij achter de rendierkuddes aantrekken.
Slide 3 - Quizvraag
Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen nomaden en boeren?
A
Boeren gaan van plek naar plek en nomaden niet
B
Nomaden trekken van plek naar plek en boeren niet.
Slide 5 - Quizvraag
Nomaden hebben geen:
A
Dieren
B
Kinderen
C
Vaste woonplaats
D
tenten
Slide 6 - Quizvraag
Jagers/verzamelaars waren meestal geen nomaden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Nomaden zijn:
A
Mensen die in tenten leven
B
Boeren
C
Mensen zonder vaste woonplaats
D
Herders
Slide 8 - Quizvraag
wat hoort NIET bij nomaden?
A
Tenten en hutten
B
Rondtrekken
C
Jagen en verzamelen
D
Voorraad potten
Slide 9 - Quizvraag
Nomaden hebben een speciaal soort woning nodig. Wat is belangrijk voor nomaden?
A
dat het huis verplaatst kan worden
B
dat hun huis zelfvoorzienend is
C
dat het huis dikke muren heeft
D
dat het huis op palen staat
Slide 10 - Quizvraag
Welke periode?
A
Prehistorie
B
Oudheid
C
Middeleeuwen
D
Moderne Tijd
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noem je de tijd voordat mensen niet konden schrijven?
A
Prehistorie
B
Eerste geschiedenis
C
Oudheid
D
Grieken en Romeinen
Slide 12 - Quizvraag
Goed of fout?
In de prehistorie werd jagen waarschijnlijk door mannen gedaan.
In de prehistorie werd jagen waarschijnlijk door mannen gedaan.
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Waarvan maakten de jagers/verzamelaars bijlen en pijlpunten?
A
ijzer
B
klei
C
hout
D
vuursteen
Slide 14 - Quizvraag
A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
Slide 15 - Quizvraag
Wat is geen overblijfsel van jagers-verzamelaars?
A
Een vuistbijl van vuursteen
B
Een werpspeer
C
Een aardewerken pot
D
Pijl en boog
Slide 16 - Quizvraag
A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
C
Tijdens de landbouwrevolutie
D
In de tijd van Grieken en Romeinen
Slide 17 - Quizvraag
In welk gebied ontstond de landbouwrevolutie?
A
Irak
B
Europa
C
Azie
D
De vruchtbare cirkel
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noem je deze grote verandering van jagers naar boeren?
A
Landbouwrevolutie
B
Levensomstandigheden
C
Economie
D
Samenleving
Slide 19 - Quizvraag
Wanneer vond de landbouwrevolutie plaats ?
A
1000 v.C.
B
10 000 v.C.
C
100 000 v.C.
D
1 000 000 v.C.
Slide 20 - Quizvraag
Welke middelen van bestaan hadden de mensen vóór de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt
Slide 21 - Quizvraag
Wat betekent het begrip 'landbouwrevolutie'?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw
B
De overgang van landbouw naar fabrieken
C
De overgang van landbouw naar jagen en verzamelen
D
De overgang van jagen naar verzamelen
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
0
