Het voltooid deelw kan ook als BN worden gebruikt
Je schrijft het voltooid dlw gebruikt als BN zo kort mogelijk.
1. Mijn moeder heeft onze auto gewassen/ Mijn moeder rijdt in de gewassen auto
2. De aardappels zijn aangebrand/ De aangebrande aardappels smaken vies
3. De toneelspeler is verkleed/ De verklede toneelspeler krijgt applaus
4. De kat is gered/ De geredde kat maakt het prima
! Gebruik alleen een extra t of d als het nodig is voor de uitspraak