Circulatiestelsel vaten

Module Circulatiestelsel 
Vaatstelsel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module Circulatiestelsel 
Vaatstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
Aan het einde van de les kun je benoemen:
  • Welke verschillende bloedvaten er zijn.
  • Wat de functie is van de verschillende bloedvaten.
  • Wat is het verschil tussen slagaders en aders.

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen
Teken een de kleine en grote bloedsomloop.
Maak onderscheid in:
  • Aders en slagaders
  • Zuurstofarm en zuurstofrijk bloed
  • Bouw van het hart (boezems en kamers)


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Functies bloedsomloop
  • Vervoert voedingsstoffen en
    zuurstof naar de cellen
  • Voert afvalproducten af
  • Transport van hormonen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je al van
slagaders?

Slide 6 - Woordweb

Slagaders
  • Worden ARTERIËN genoemd
  • Zijn stevig, bloed stroomt er met hoge druk door
  • Hebben een extra spierlaag
  • Bloed stroomt van het hart AF naar de organen TOE
  • Zuurstofrijk  
  • Bekendste slagader is de Aorta.

Slide 7 - Tekstslide

Grote slagaders
bijvoorbeeld:
Sleutelbeenslagader =
Arteria subclavia.

Ellepijp slagader =
Arteria ulnaris



.

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je van
haarvaten?

Slide 9 - Woordweb

Haarvaten 
  • Wordt Capillair genoemd.
  • Verbinden slagadersysteem via weefsels en organen met adersysteem
  • Microscopisch klein, dunne, doorlaatbare wand
  • Functie: uitwisseling van stoffen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet je van
aders

Slide 11 - Woordweb

Aders
  • Worden VENEN genoemd
  • Zuurstofarm bloed met afvalstoffen
  • Stroomt naar het hart en van de organen af
  • Hebben kleppen
  • Maken gebruik van de spierpomp

Slide 12 - Tekstslide

Bloedvaten
Van groot naar klein en
weer naar groot.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

2

Slide 15 - Video

Venen zijn...
A
Slagaderen
B
Aderen
C
Kleine vaatkluwens rond organen
D
Onderdeel van het lymfestelsel

Slide 16 - Quizvraag

Welke bewering over de slagaders is juist?
A
Dunne wand
B
Bevat kleppen
C
Stevige elastische wand
D
Doorlaatbaar voor zuurstof

Slide 17 - Quizvraag

Arteriën zijn...
A
Kleine vaatkluwens rond organen
B
Slagaderen
C
Aderen
D
Onderdeel van het lymfestelsel

Slide 18 - Quizvraag

Schrijf bij elk nummer welk bloedvat het is. Denk aan aders en slagaders.

Deze opdracht maak jezelf.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je geleerd over
de bloedvaten?

Slide 21 - Woordweb

Vertel met eigen woorden:
  • Welke verschillende bloedvaten er zijn.
  • Wat de functie is van de verschillende bloedvaten.
  • Wat is het verschil tussen slagaders en aders.

Slide 22 - Tekstslide

Tijd over?
Maak bij anatomie online, bloedsomloop:
  • Kennisquiz bloedsomloop
  • Woordenquiz bloedvaten

Slide 23 - Tekstslide

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 24 - Poll