16/1 Opbouw tekst verslag Jeugdjournaal 3B

Welkom !
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom !

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  •  voorlezen
  • Journaal kijken + kijkvragen
  • verder met schrijfopdracht over een land
  • klaar? zelfstandig werken uit werkboeken

Slide 2 - Tekstslide

voorlezen

Slide 3 - Tekstslide

Journaal in Makkelijke taal kijken en erover vertellen
Doel: je kunt informatie geven over het Journaal 
  • https://youtu.be/2b6PpqNprhM?feature=shared
  • Wat is het probleem met de blauwe bessen van de Albert Heijn?
  • Wat is er waarschijnlijk gebeurd?
  • Wat kan je vertellen over Inez Weski? 
  • Wat kan je vertellen over het nieuws over de muziekschool? 

Slide 4 - Tekstslide

Opbouw tekst land
  • Alinea 1= de inleiding: In de inleiding beschrijf je over welk land je gaat schrijven en over welke deelonderwerpen. Je kan algemene informatie geven over waar het land ligt, hoeveel inwoners het heeft.
  • Alinea 2, 3 en 4 = het middenstuk: schrijf een alinea met een tussenkopje per onderwerp. Schrijf per alinea over een deelonderwerp. (bv. eten, toeristische plaatsen, landschap, activiteiten, sport, taal enz.)
  • Alinea 5 = het slot: schrijf een korte samenvatting over de tekst. Schrijf de belangrijkste zin per onderwerp. Bedenk een slotzin. Voorbeeld van een slotzin: 'Nederland is dus een prachtig land om te bezoeken.'

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen tekst
  • De titel kan bijvoorbeeld het land zijn. Je mag ook zelf iets bedenken.
  • Eerste zin inleiding: Deze tekst gaat over (bv.) Nederland. In het middenstuk gaat het over het Nederlandse eten, een Nederlandse feestdag en het landschap.
  • Voorbeeld slot:  Samengevat eten Nederlanders graag..... Een belangrijke feestdag is..... De natuur in Nederland bestaat uit....... Nederland is dus een mooi land om te bezoeken.

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw van een tekst
Uit welke drie delen bestaat een (lange) tekst?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Opbouw van een tekst

Slide 9 - Tekstslide

Een goede tekst bestaat uit 
drie delen

  • Een inleiding: je maakt kennis met het onderwerp
  • Het middenstuk (kern): meeste informatie over het onderwerp
  • Een slot: belangrijkste wordt herhaald of er wordt naar de toekomst gekeken.

Slide 10 - Tekstslide

De inleiding

  •  je weet het onderwerp van de tekst
  • er wordt meestal nog niet veel informatie gegeven
  • de inleiding bestaat vaak uit 1 alinea bij een korte tekst
  • bij een lange tekst uit 2 of 3 alinea's

Slide 11 - Tekstslide

het middenstuk/de kern
  • Bestaat vaak uit meerdere alinea's
  • Vertelt in elke alinea iets nieuws over het onderwerp (= deelonderwerp)
  • In het middenstuk staat de meeste informatie
  • Elke alinea in het middenstuk kan een tussenkopje (=titel boven de alinea) hebben

Slide 12 - Tekstslide

Het slot
  • Dit is de afronding/het einde van de tekst
  • In het slot staat soms de conclusie (dus..)
  • In het slot staat soms de hoofdgedachte= het belangrijkste wat de schrijver wil zeggen over het onderwerp
  • In het slot staat soms een samenvatting van de hele tekst=de belangrijkste dingen uit de tekst

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht verslag land
  • Je gaat een informatieve tekst schrijven over een land.
  • Kies drie onderwerpen waarover je wil schrijven. (voorbeeld: eten, bijzondere plaatsen, landschap, taal enz.)
  • Schrijf hierover een tekst in 5 alinea's.  
  •  Voor de opbouw van deze tekst bekijk de volgende dia.

Slide 14 - Tekstslide

Opbouw tekst land
  • Alinea 1= de inleiding: In de inleiding beschrijf je over welk land je gaat schrijven en over welke deelonderwerpen. Je kan algemene informatie geven over waar het land ligt, hoeveel inwoners het heeft.
  • Alinea 2, 3 en 4 = het middenstuk: schrijf een alinea met een tussenkopje per onderwerp. Schrijf per alinea over een deelonderwerp. (bv. eten, toeristische plaatsen, landschap, activiteiten, sport, taal enz.)
  • Alinea 5 = het slot: schrijf een korte samenvatting over de tekst. Schrijf de belangrijkste zin per onderwerp. Bedenk een slotzin. Voorbeeld van een slotzin: 'Nederland is dus een prachtig land om te bezoeken.'

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht verslag Jeugdjournaal
  • Kies twee onderwerpen uit het Jeugdjournaal. 
  • Schrijf hierover een verslag in minimaal 4 alinea's.  
  • In een verslag geef je informatie over wat je hebt gelezen/gezien/gedaan. Voor de opbouw van dit verslag bekijk de volgende dia.

Slide 16 - Tekstslide

Opbouw verslag Jeugdjournaal
  • Alinea 1= de inleiding: schrijf op naar welk Jeugdjournaal je hebt gekeken en over welke twee onderwerpen je informatie gaat geven
  • Alinea 2 en 3 = het middenstuk: schrijf een alinea (of 2) met een tussenkopje per onderwerp.
  • Alinea 4 = het slot: schrijf een korte samenvatting over de tekst. Schrijf de belangrijkste zin per onderwerp. Bedenk een slotzin. Voorbeeld van een slotzin: 'Dit was mijn verslag over het Jeugdjournaal van.... (datum)'

Slide 17 - Tekstslide

stillezen + woordenschat
Er gaat een blaadje de klas rond. Noteer hierop de woorden die je niet kent.
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide